Pensioenverevening bij echtscheiding: de hardheidsclausule in de Duitse rechtspraak en verplaatsing naar Nederlands recht


Pensioenverevening, het bij echtscheiding verdelen van opgebouwde pensioenrechten tussen man en vrouw, staat sedert het recente arrest van de Hoge Raad van 27 november 1981, RvdW 1981, 157, verhoogd in de belangstelling. Waar echter wettelijke regeling noch rechtspraak voorhanden zijn, mist de jurist elk houvast. Het is dan zinvol om ‘over de grenzen te kijken’. Als enige kent het Duitse recht een wettelijke regeling met  betrekking tot pensioenverevening, de zogenaamde ‘Versorgungsausgleich’. Een vergelijking van dit sedert 1977 bestaande systeem met het arrest van de Hoge Raad leek daarom niet van belang ontbloot. Waar pensioenverevening algemene regel is, wordt de hardheidsclausule — de bepaling dat een algemene regel uitzondering zal leiden indien dit tot aperte ‘hardheid’, onbillijkheid, zal voeren – van eminent belang. In het onderstaande wordt daarom eerst een uiteenzetting van de achtergronden en beginselen van de pensioenverevening gegeven, waarna gevallen aan de orde komen waarin naar het oordeel van de Duitse rechter de hardheidsclausule toepassing diende te vinden. Elke casuspositie is vervolgens hypothetisch naar Nederlands recht verplaatst.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): P. Schaminée

Verschijning: november 1982

Archiefcode: AA19820628

Sociaal-economisch recht Arbeidsrecht