Onrechtmatig verkregen bewijs in de civiele procedure


Onrechtmatig verkregen bewijs in het strafproces heeft de laatste jaren regelmatig in de belangstelling gestaan. Dit heeft tot gevolgd gehad, dat vragen over de rechtskracht van dergelijk bewijs voor een groot deel beantwoord zijn. In de civiele procedure is het echter nog onduidelijk, wanneer de rechter bewijsmateriaal onrechtmatig zal achten. Evenmin staat vast wat de gevolgen hiervan zijn voor de verdere loop van het geding, ofwel in hoeverre de rechter ‘besmet’ materiaal als bewijs in aanmerking zal nemen. In onderstaand artikel geeft de auteur een overzicht van de problemen rond onrechtmatig verkregen bewijs in hete burgerlijk procesrecht. Uit de behandeling van de schaars gepubliceerde jurisprudentie zal blijken dat het misschien nog te vroeg is om conclusies te trekken. Toch zal de auteur proberen enige criteria te formuleren, die de rechter kan hanteren bij de vraag, wanneer het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs toelaatbaar is.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): W.H. van Soeren

Verschijning: juli 1986

Archiefcode: AA19860483