Grondrechtenbescherming en allochtonen


In dit stuk zal aandacht worden besteed aan de vraag, welke bijdrage de grondrechtenbescherming levert aan een oplossing dan wel aan de discussies omtrent het minderheden- of allochtonen ‘vraagstuk’ in Nederland.

De rode draad in deze bijdrage vormt de schets van hel beginsel van gelijkheid voor de wet, zoals neergelegd in art. 4 lid 1 GW. Als casus van waaruit dit beginsel wordt benaderd, heb ik genomen het spreidingsbeleid van de gemeente Rotterdam. De rechtvaardiging van de casusbehandeling ligt mijns inziens in de eerste plaats hierin dat Rotterdam, ondanks de vernietigingsbesluiten van de Kroon in 1974, dit beleid in zijn beginselen heeft gehandhaafd. In de tweede plaats heeft de gemeente Rollerdam de voortrekkersrol toebedeeld gekregen, juist door haar ‘volharding’ in het beleid terwijl andere – grote en kleine – gemeenten met gespannen verwachting toezien.

Ik heb mijn stuk derhalve gesplitst in een aantal onderdelen:
– aard van de grondrechten in het algemeen
– grondrechtenbescherming en allochtonen
– beginsel van gelijke bescherming
– het spreidingsbeleid van Rotterdam
– samenvatting en conclusie.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): L. Soumete

Verschijning: oktober 1981

Archiefcode: AA19810561

Staats- en bestuursrecht Mensenrechten