Departement en parlement, een verkenning


J.J. Vis merkt in ‘Parlementaire pretenties, praktijken en problemen’ ( 1975) op. dat het zelden voorkomt dat kamerleden rechtstreeks contact opnemen met de betrokken ambtelijke diensten, indien zij informatie wensen die zij nog niet via de minister verkregen hebben. Veel ministers verdedigen de opvatting dat ieder contact tussen kamer en administratie via de ministeriële top moet lopen op grond van de ministeriële verantwoordelijkheid. Volgens Vis is het echter zeer de vraag of deze stelling werkelijk te handhaven is, als de kamer er zich sterk genoeg tegen verzet.

De recente aanwijzingen van de regering-Van Agt betreffende contacten tussen kamercommissies en ambtenaren tonen aan dat het kabinet vooralsnog niet van deze mening wenst af te wijken. De bewindslieden vinden dat elk rechtstreeks contact waar de minister geen weet van heeft, een aanslag kan zijn op de ministeriële verantwoordelijkheid. De Tweede Kamer reageerde enigszins lauw op deze aanwijzingen, al merkte D’66-woordvoerder Brinkhorst op dat zij ‘achterhaald, formalistisch en op de lange duur onhoudbaar’ zijn. Hij voegde eraan toe dat contacten met ambtenaren die de kamerleden hebben weliswaar kunnen worden ontkend, maar dat daarmee de feitelijke ontwikkeling nog niet in een betere structuur is opgevangen.

Men lijkt in Den Haag niet wakker te liggen van dit geconstateerde verschil tussen theorie en praktijk. De kamerleden weten met gemak hun ambtelijke kanalen aan te boren. De regering, veelal bestaande uit voormalige parlementariërs, laat deze contacten oogluikend toe, indien ze niet al te openlijk voorkomen en niet al te politiek van aard zijn. De ambtenaren tenslotte onderkennen dat ook het overheidsbelang er mee gediend is als de kamerleden voldoende geïnformeerd zijn. Zij nemen hiertoe soms zelf het initiatief


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): Th. C. de Graaf, H. Lamers

Verschijning: maart 1981

Archiefcode: AA19810107

Staats- en bestuursrecht Staatsrecht / constitutioneel recht