De Wet overgang van ondernemingen: artt. 1639aa ev BW


De Nederlandse regering heeft reeds enige tijd geleden het standpunt ingenomen dat de art. 1639aa ev BW niet van toepassing zijn bij verkoop van een onderneming tijdens faillissement. Een wetswijziging, ter verduidelijking van de reikwijdte van de art. 1639aa ev BW, werd in het vooruitzicht gesteld. De behandeling van de daarop gerichte adviesaanvrage bij de SER werd aangehouden in afwachting van enkele bij het Hof van Justitie te Luxemburg aanhangig gemaakte procedures om­trent de werkingssfeer van de Europese Richtlijn, die ten grondslag ligt aan de Nederlandse regeling. Inmiddels heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan, zodat – als de Nederlandse regering voet bij stuk houdt – binnen afzienbare tijd een voorstel tot wijziging van de Wet overgang van ondernemingen tegemoet kan worden gezien. Dit betekent echter niet het einde van de ‘troubles’ rond de Wet overgang van ondernemingen. Uit de lagere rechtspraak en een recentelijk verzoek van de HR aan het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing blijkt dat momenteel ook in diverse situaties buiten faillissement allerminst duidelijkheid bestaat omtrent de werking van de regeling. Ook hier is de nadrukkelijke aandacht van de Nederlandse regering geboden.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Verschijning: november 1985

Archiefcode: AA19850615