De Benthem-zaak

Het Nederlandse Kroonberoep in het licht van art. 6, lid 1 ECRM


Jarenlang is er in de juridische literatuur over gespeculeerd: voldoet het Kroonberoep nu wel of niet aan de normen van art. 6, lid I ECRM? Het Europese Hof gaf aanleiding tot deze onzekerheid door in zijn jurisprudentie het gebied waarop de waarborgen van art. 6, lid I van toepassing zijn, aanzienlijk ruimer op te vatten dan de Nederlandse wetgever bij goedkeuring van het verdrag, en nog lang daarna, voor ogen stond. Toen eenmaal een klacht tegen Nederland wegens schending van art. 6, lid 1 ECRM was ingediend, bleef men in ambtelijke kringen nog heel lang de illusie koesteren dat de soep niet zo heet behoefde te worden gegeten als ze door sommige auteurs werd opgediend. De uitspraak van het Europese Hof naar aanleiding van de betreffende klacht maakte niet alleen menigeen een illusie armer, maar bleek zelfs nog zo hard aan te komen, dat in sommige nieuwsmedia werd gesproken van een bominslag.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): L. Mulder

Verschijning: maart 1986

Archiefcode: AA19860191