Toont alle 5 resultaten

Bijzondere woonvoorzieningen voor ouderen

Vorm, toelating en bekostiging

W.E.H. Sloots

In dit artikel komen de verschillende woonvormen van ouderen aan de orde waarbij gedacht kan worden aan het verzorginstehuis, verpleeghuis bejaardenpensions en aanleunwoningen. Vervolgens komt de bespreking van de toelating tot deze woonvormen aan de orde; aan welke criteria moet men voldoen. Daarna komt de financiering van de verblijfs- en verzorgingskosten aan de orde.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880653

De mantelzorgwaardering: een waardevol cadeau of een doekje voor het bloeden?

F. de Kievit

Mantelzorgers hebben in Nederland recht op een jaarlijkse blijk van waardering van de gemeente (de mantelzorgwaardering). Te denken valt aan een cadeaubon, een bosje bloemen of een klein geldbedrag. Hoewel de waardering van mantelzorgers gelet op hun onmisbare rol in het zorgstelsel terecht is, kan er tegelijk gesproken van ‘verdraaid recht’. De relatief kleine waardering die wordt uitgereikt sluit onvoldoende aan op wat nodig is om de problemen die spelen voor mantelzorgers daadwerkelijk op te lossen.

Blauwe pagina's | Verdraaid recht
februari 2024
AA20240084

De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Gemeenten verantwoordelijk voor welzijnszorg

M.A.J.M. Buijsen

Post thumbnail

Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 in werking getreden. Deze wet is een van de pijlers van het nieuwe zorgstelsel en brengt een zeer aanzienlijke taakverzwaring met zich voor de lokale overheid. Deze nieuwe wet paart veel beleidsruimte aan een eigenaardige besluitvormingsprocedure, waardoor zorgzoekenden weinig houvast geboden wordt. Veel conflicten liggen in het verschiet.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2015
AA20150112

Het overheidsbeleid ten aanzien van ouderen

J. Zwier

Hoewel in dit artikel het accent zal liggen op het ouderenbeleid, zoals dat is gevoerd door het huidige ministerie van WVC (1988) en het voormalige departement van CRM, blijven onderwerpen als inkomensbeleid en arbeidsmarktpositie niet onbesproken. Daarnaast besteed de auteur enige aandacht aan het beleid van de provincies en gemeenten, omdat vooral de laatste jaren door de voortgaande decentralisatie steeds meer onderdelen van het ouderenbeleid tot de verantwoordelijkheid van de lagere overheden zijn gaan behoren. Deze bijdrage is beperkt tot het beleid van na de oorlog, waarbij globaal de volgende periodes te onderscheiden zijn. De eerste 20 tot 25 jaar worden gekenmerkt door een beleid, dat vooral is gericht op de kwetsbaarsten onder de ouderen. Vanaf 1975 krijgt daarnaast de maatschappelijke integratie van ouderen veel aandacht. In de jaren tachtig tenslotte zien we dat de beheersbaarheid van de kosten steeds belangrijker wordt.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880633

september 2004

Katern 92: Gezondheidsrecht

W.R. Kastelein

Toont alle 5 resultaten