Toont alle 4 resultaten

Dronken rijders: de Securitel-test verduidelijkt of niet?

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 16 juni 1998, ECLI:EU:C:1998:296, zaak C-226/97 (J.M. Lemmens) In het Securitel-arrest had het Hof bepaald ‘dat niet-aanmelding een schending van een wezenlijk vormvoorschrift oplevert, die tot niet-toepasselijkheid van de betrokken technische voorschriften leidt, met als gevolg dat deze niet aan particulieren kunnen worden tegengeworpen’. De vraag die het Hof in de zaak Lemmens te behandelen kreeg, had betrekking op de uitwerking in concreto voor de nationale rechter van deze ‘sanctie’.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1998
AA19980905

september 1990

Katern 36: Milieurecht en recht van de ruimtelijke ordening

J.M. Verschuuren

Mijn echtgenote?

M.J.A. van Mourik

Hoge Raad 31 januari 1997, nr. 16196, ECLI:NL:HR:1997:ZC2265, RvdW 1997, 35 C In dit arrest en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de uitleg van een uiterste wilsbeschikking waarbij aan de orde komen: dwaling, drie regels voor uitleg en de duidelijkheid een uiterste wilsbeschikking.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1997
AA19970737

Vormverzuim in de wetgeving

P. Groenhuis

In deze reactie gaat de auteur in op een eerder artikel in Ars Aequi waarin de nieuwe wetgeving wordt besproken met betrekking tot schending van vormvoorschriften in het strafproces. De auteur gaat in op de wenselijkheid en de werking van de nieuwe regels rondom vormvoorschriften.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1996
AA19960752

Toont alle 4 resultaten