M.T. Beumers, C.C. de Kluiver
Het EHRM heeft zich de laatste decennia in verschillende arresten uitgelaten over de vraag wanneer een levenslange gevangenisstraf mensenrechtelijk aanvaardbaar is. Het EHRM eist dat er de jure en de facto uitzicht op vervroegde vrijlating bestaat voor een veroordeelde. Het is maar de vraag of Nederland aan deze vereisten voldoet. Hoewel over levenslang uiteenlopende visies bestaan in de samenleving, ontkomt de politiek er naar mening van de auteurs niet aan om zich over dit lastige vraagstuk te buigen.
Opinie | Redactioneel
april 2016
AA20160231