verhoor
Toont alle 6 resultaten
Het zwijgrecht in het nadeel van de verdachteImplicaties van de op Britse leest geschoeide ‘adverse inferences’-rechtspraak van het EHRM voor de Nederlandse strafrechtspleging
Implicaties van de op Britse leest geschoeide ‘adverse inferences’-rechtspraak van het EHRM voor de Nederlandse strafrechtspleging
F.P. Ölçer
Momenteel wordt actief discussie gevoerd over een bepaalde vorm van beperking van het zwijgrecht van de verdachte in strafzaken, waarbij het gegeven dat de verdachte zwijgt tot nadeel leidt in het kader van de bewijsbeslissing. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft al vrij lang geleden toetsingsmaatstaven ontwikkeld voor een dergelijke omgang met het zwijgrecht, maar het van toepassing zijnde kader is ingewikkeld en op verschillende punten vatbaar voor verschillende interpretaties. Bovendien is opvallend dat de rechtspraak van het EHRM vooral georiënteerd is op het Britse systeem, hetgeen ook aanleiding geeft, in het licht van de mogelijkheid dat in Nederland sprake is van in ieder geval groeiende belangstelling voor de optie van nadeel verbinden aan het zwijgen, de Straatsburgse eisen gedetailleerd in beschouwing te nemen.
Advertorial
PAO cursus Actuele ontwikkelingen in het straf(proces)recht
Verdieping | Verdiepend artikel
december 2021
AA20211079
Toont alle 6 resultaten






In het boek Valse Zeden, dat oorspronkelijk verscheen in 1997, doet advocaat Chris Veraart op indringende wijze verslag van de weerloosheid die volgens hem vaak het deel is van iemand die valselijk wordt beschuldigd van een zedenmisdrijf. In zijn nawoord bij de onlangs verschenen vierde druk van Valse Zeden stelt Veraart dat zijn kritiek actueler is dan ooit. Zo signaleert hij een nieuw strafrechtelijk discours van louter ‘crime control’, waarbij slachtofferschap haast tot een cultus wordt verheven. Geprikkeld door Veraarts harde kritiek ondervroeg de redactie van Ars Aequi hem over de sociale advocatuur, juridisering, de dubbelzinnigheid van de seksuele moraal en de koers van het huidige strafrecht.
De politie doet veelvuldig een beroep op de verklaringen van getuigen en verdachten. Maar inmiddels is duidelijk dat dergelijke verklaringen lang niet altijd betrouwbaar zijn. Hoe groot is dit probleem? En draagt de politie onbedoeld zelf bij aan de onjuistheid van verklaringen, zoals geimpliceerd in de termen ‘overaangifte’ en ‘overbekentenis’?