vergoedingsrecht

De onder uitsluitingsclausule verkregen grond en de daarop gebouwde nieuwe woning: nominaliteitsleer of beleggingsleer?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 15 februari 2008, nr. C06/262HR, ECLI:NL:HR:2008:BC1856, LJN: BC1856, NJ 2008, 110 In deze zaak die is terechtgekomen bij de Hoge Raad is aan de orde in hoeverre een man na de scheiding kan meedelen in de waardestijging van een huis dat privé-eigendom is van zijn ex-vrouw maar dat met gemeenschappelijk geld is gebouwd. De vraag is hierbij of de nominaliteitsleer of de beleggingsleer geldt. In de noot wordt ook dieper ingegaan op nieuwe wetgeving waarin de beleggingsleer verankerd is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2008
AA20080628

UCERF 15 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Giraal goed, vergoeden moet?

Het nieuwe relatievermogensrecht heeft al menig pen in beweging gezet en in dit artikel wordt aandacht besteed aan een specifieke vraag die zich in de praktijk met grote regelmaat voordoet. Thomas Subelack gaat in op de vraag wat rechtens geldt als de ene echtgenoot in privé een schenking in geld verkrijgt, die wordt overgeboekt naar […]

Halvering van meerinbreng?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 21 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:436 (mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons en G.C. Makkink; A-G mr. F. Ibili) Personen- en familierecht. Relatievermogensrecht. Artikel 1:94 lid 7 aanhef BW. Halvering meerinbreng? Man en vrouw hebben vóór hun huwelijk samen woning verkregen. Man en vrouw hebben over en weer recht op vergoeding wegens meerinbreng in verband met betaling door man van koopsom en in verband met aflossing door vrouw op lening die is aangegaan ter financiering van verbouwing. Vervolgens huwelijk in 2018 in wettelijke (beperkte) gemeenschap van goederen, waardoor woning in huwelijksgemeenschap valt. Vorderingen tot vergoeding in verband met betaling koopsom en aflossing lening vallen niet in huwelijksgemeenschap. Vallen met die vorderingen corresponderende schulden wél in huwelijksgemeenschap?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2025
AA20250371

maart 1988

Katern 26: Economisch recht en intellectuele eigendom

E.J. Arkenbout, M.Ph. van Sint Truiden

Verjaring en verlenging van verjaring tussen echtgenoten

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1936 (mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock en F.R. Salomons; A-G M.L.C.C. Lückers) Verjaring. Huwelijksvermogensrecht. Vergoedingsrecht uit hoofde van huwelijkse voorwaarden in verband met vermogensverschuiving tussen echtgenoten. HR 12 juni 1987, ECLI:NL:HR:1987:AC2558 (Kriek/Smit). Artikel 1:87 BW. Had hof in plaats van aan verjaringstermijn van twintig jaar van artikel 3:306 BW overeenkomstige toepassing moeten geven aan verjaringstermijn van vijf jaar van artikel 3:307 lid 1 BW, althans die van artikel 3:308, 309 of 310 lid 1 BW? Begrip ‘vermogensrecht’ in artikel 3:326 BW en vergelijkbare schakelbepalingen. Verlenging als bedoeld in artikel 3:320 BW in verbinding met artikel 3:321 lid 1 aanhef en onder a BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2023
AA20230134