P. Mendelts
De vraag die in dit proefschrift behandelt wordt is op welke wijze de rechter uitmaakt of er al dan niet een grondrecht in het geding is, waarbij gekeken is naar de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, de vrijheid van richting in het onderwijsrecht, de onaantastbaarheid van het lichaam en het recht op respect voor familie- en gezinsleven.
Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2002
AA20020777