M.J.G.C. Raaijmakers
Hof Amsterdam 15 oktober 1992, ECLI:NL:GHAMS:1992:AC4363, nr. 24/92 OK, NJ 1993, 210 m.nt. Maeijer, (mrs. Vermeulen, Ten Kley en IJsselmuiden, Nabbe, Bunt), TVVS 1993, pp. 20/21 m.nt. M.G. Rood; zie ook R.A.A. Duk, SMA 1993, pp. 395-399 (Ondernemingsraad Heuga Nederland BV/Heuga Nederland BV en Interface Heuga BV)
In dit arrest van het Hof Amsterdam is aan de orde in hoeverre de OR van een dochtervennootschap betrokken moet worden bij de beleids- en besluitvorming van de moeder van die dochter omdat de moeder in grote mate invloed kan uitoefenen op het functioneren van de dochter. Hier speelt dus de leer van de toerekening waarin de noot dieper op wordt ingegaan.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1993
AA19930658