Faillissementswet

Burgerlijk recht 2025-2026

Burgerlijk wetboek (BW), Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) en de Faillisementswet (FW)

Ars Aequi Libri, A.W. Jongbloed, R.J.Q. Klomp, C. Mak, C.H. van Rhee

Post thumbnail De actuele wettekst van het Burgerlijk Wetboek (BW), Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), de Faillissementswet (Fw), de Verordening (EU) betreffende insolventieprocedures (nr. 2015/848) en Voorstel voor een Richtlijn van het Europees parlement en de raad tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht. Teksten zoals deze gelden op 1 september 2025.

9789493333567 - 13-10-2025

De rechtsvormende taak van de rechter in het goederen- en insolventierecht

R.M. Wibier

Post thumbnail In deze bijdrage staat de rechtsvormende taak van de Hoge Raad in het goederen- en insolventierecht centraal. Anders dan soms wordt aangenomen, stelt de Hoge Raad zich daarbij niet per se terughoudender op dan bij (bijvoorbeeld) verbintenissenrechtelijke vraagstukken. Zowel op het terrein van het insolventierecht als bij goederenrechtelijke kwesties wordt de rechtsontwikkeling voor een belangrijk deel vormgegeven in rechtspraak van de Hoge Raad. Het beste voorbeeld van terughoudendheid biedt de benadering van de problematiek van de trust en afgescheiden vermogens in het Nederlandse recht, maar zelfs daar is de Hoge Raad niet alleen maar terughoudend. Bij goederenrechtelijke figuren zoals (fiduciaire) eigendom en pandrecht is de rechtspraak van de Hoge Raad zelfs de belangrijkste bron van de rechtsontwikkeling. Gelukkig maar. De weerbarstigheid van de praktijk vraagt erom dat de Hoge Raad de moeilijke vragen niet uit de weg gaat.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2023
AA20230939

De Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie: een lege huls

S. Renssen

Post thumbnail In deze bijdrage wordt de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie onder de loep genomen. Er wordt ingegaan op de gevolgen voor de achterblijvende schuldeisers na een turboliquidatie, alsmede op de gevolgen voor het bestuur van een turbogeliquideerde rechtspersoon. Deze beschouwing zal leren dat de wet niet meer is dan een lege huls.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2024
AA20240120

De Wet homologatie onderhands akkoord

I. Wolffram-Van Doorn

Op 1 januari 2021 is de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) in werking getreden. De WHOA helpt ondernemers om een akkoord met de schuldeisers en aandeelhouders tot stand te brengen. Deze bijdrage gaat in op de aanleiding voor en het doel van de WHOA, omvat een korte beschrijving van de kernelementen van de regeling en stipt enkele noviteiten aan die met deze wet in het insolventierecht zijn geïntroduceerd.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
januari 2021
AA20210067

Het civielrechtelijk bestuursverbod voor faillissementsfraudeurs: een ambivalent voorstel

D.R. Doorenbos

Post thumbnail In het voorjaar kondigde de Minister van Veiligheid en Justitie aan dat frauderende bestuurders straks steviger kunnen worden aangepakt met behulp van een nieuw instrument: het civielrechtelijk bestuursverbod. Het ministerie bracht daartoe een concept-wetsvoorstel in consultatie, dat inmiddels talrijke overwegend kritische reacties heeft uitgelokt. Deze maken duidelijk dat de wettelijke vormgeving van het beoogde bestuursverbod geen eenvoudige opgave is.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2014
AA20140019

Hoe onze hersenen werken en wat dat betekent voor schuldenproblematiek

F.F.J. van der Heijden, M.M. Sitskoorn, R.M. Wibier

Post thumbnail Waarom inzichten uit de cognitieve neuropsychologie aantonen dat wetgeving niet moet worden gebaseerd op wantrouwen en dat de huidige wetgeving schade toebrengt aan hersenen en gedrag van mensen in armoede.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2024
AA20240917

Is kwijtschelding van problematische schulden een recht of een gunst?

R.M. Wibier

Hoge Raad 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2025
AA20250122

Nieuwe wetgeving ter bestrijding van faillissementsfraude

T. Heukels, P.A.M. Verrest

De aanpak van faillissementsfraude staat de afgelopen jaren volop in de belangstelling. Op 1 juli 2016 zijn twee wetten in werking getreden die beide zien op verbetering van de mogelijkheden om faillissementsfraude te bestrijden. Het gaat om de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude (Stb. 2016, 154) en de Wet civielrechtelijk bestuursverbod (Stb. 2016, 153). In deze bijdrage gaan de auteurs nader in op de inhoud van en aanleiding voor deze nieuwe wetgeving.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
januari 2017
AA20170051

Over academische betogen en constructieve bijdragen: een nawoord

L.M. Cuelenaere, A.R. Leen

In dit nawoord op een reactie op het oorspronkelijk artikel waarbij er wordt ingegaan op de wijziging van de faillissementswet ten faveure van de crediteur op basis van rechtseconomische argumenten. De oorspronkelijke auteur gaat in op de reactie en zet daarbij zijn stellingen kracht bij.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 1990
AA19900285

Overeenkomsten in faillissement: wandelen over nieuwe paden

R.M. Wibier

Hoge Raad 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1994 (CV/Jansen q.q. en Koers q.q.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2022
AA20220295

Pluraliteit van schuldeisers als voorwaarde voor de faillietverklaring

H.J. de Kloe

Post thumbnail

Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is een voorwaarde voor de faillietverklaring dat sprake is van pluraliteit van schuldeisers. In maart 2017 heeft de Hoge Raad het pluraliteitsvereiste opnieuw bevestigd. In deze bijdrage wordt een overzicht van het pluraliteitsvereiste gegeven en wordt de vraag beantwoord of het pluraliteitsvereiste afgeschaft of genuanceerd moet worden.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2018
AA20180204

Snijd aanbieders van illegale schuldhulp de pas af

N. Jungmann

Post thumbnail Gemeenten bieden gratis hulp bij schulden. Toch betalen burgers soms honderden tot duizenden euro’s aan commerciële aanbieders die dit illegaal aanbieden. Het kabinet verkent de mogelijkheden om deze aanbieders aan te pakken via het bestuurs- in plaats van via het strafrecht. In deze opinie wordt betoogd om, naast deze lijn, ook na te gaan denken over een herijking van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Deze kaderwet geeft gemeenten veel vrijheden om de ondersteuning naar eigen believen in te vullen. Wat zou het opleveren als gemeenten elke burger voorzien van aantrekkelijke en snelle schuldhulp? Zou de markt voor de illegale en kostbare praktijken dan niet vanzelf opdrogen?

Opinie | Opiniërend artikel
november 2024
AA20240926