boetebeding

Toont alle 6 resultaten

Het boetebeding in het Europese contractenrecht

H.N. Schelhaas

In dit proefschrift is een rechtsvergelijkend onderzoek gedaan naar het boetebeding. Eerst komen de functies van het boetebeding, daarna de noodzaak tot rechtsvergelijkend onderzoek en tot slot de drie verschillende benaderingswijzen van het boetebeding in Europa.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2004
AA20040809

juni 1990

Katern 35: Burgerlijk recht

M.E. Franke, G.H. Lankhorst, B.E. Reinhartz

juni 1991

Katern 39: Huurrecht

F.T. Oldenhuis, H.J. Rossel

september 2000

Katern 76: Rechtsgeschiedenis

J.H.A. Lokin

Misdaad en straf; schade en (eenheids)boete

Rechterlijke matiging van een contractueel boetebeding

H. van der Zwan

Hoge Raad (HR) 27 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6638, nr. C05/268HR (Intrahof/Bart Smit) Uit het arrest Kok/Schoor wordt vaak afgeleid, dat een grote discrepantie tussen de omvang van de schade en de hoogte van een contractuele boete een zelfstandige matigingsgrond kan zijn. In dit artikel wordt betoogd dat het recente arrest van de Hoge Raad van 27 april 2007 (Intrahof Gouda B.V./Speelgoedpaleis Bart Smit B.V.) tot een andere conclusie noopt. Dit arrest corrigeert tevens de gangbare lezing van de arresten Hauer/Monda I en II, inhoudende dat vanwege een eenheidsboete automatisch gematigd mag worden. Vgl: HR 11 februari 2000, NJ 2000, 277 (Kok/Schoor); HR 13 februari 1998, NJ 1998, 725 m.nt. JH (Hauer/Monda I); ) en HR 26 oktober 2001, NJ 2002, 595 m.nt. JH (Hauer/Monda II).

Verdieping | Studentartikel
september 2007
AA20070633

Uitleg van een boetebeding en matiging van contractuele boete: de letter of de geest van het contract?

J.M. van Dunné

Hoge Raad 11 februari 2000, nr. C98/196HR, ECLI:NL:HR:2000:AA4779, NJ 2000, nr. 277, (Kok/Schoor (rattenbestrijding)) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op de werking van het boetebeding en eventuele matiging op grond van de billijkheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2001
AA20010251

Toont alle 6 resultaten