Toont alle 4 resultaten

Een einde aan de impasse rondom het bodemrecht van de fiscus

D.F.H. Stein

Post thumbnail

De fiscus kan bij verhaal op een belastingschuldige soms verhaal nemen op zaken van anderen dan de belastingschuldige (het ‘fiscale bodemrecht’). Dit bodemrecht werd in 1990 als tijdelijk recht ingevoerd, door het te onderwerpen aan een ‘horizonbepaling’. Door een creatieve omgang met die bepaling is het bodemrecht nog niet komen te vervallen, ondanks soms felle kritiek. De auteur bespreekt het voorstel om de horizonbepaling te schrappen.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2021
AA20211105

Het bodem(voor)recht van de fiscus bij faillissement: to be or not to be?

A.J. Tekstra

Post thumbnail Het bodem(voor)recht van de fiscus staat al sinds jaar en dag in de belangstelling. De roep om afschaffing ervan lijkt steeds luider te klinken. Er zijn echter ook partijen, zoals curatoren, die tegen afschaffing zijn, omdat hun positie daardoor zou verslechteren. In het verlengde hiervan speelt de omstandigheid dat de ‘gewone’ (lees: concurrente) crediteuren er bij de afwikkeling van de meeste faillissementen zeer bekaaid van afkomen. Ook dit aspect kan een rol spelen bij de beoordeling van de gevolgen van een even­tuele afschaffing van het bodem(voor)recht.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2019
AA20190848

Het fiscaal bodemrecht: de impasse duurt voort

D.F.H. Stein

Toen men in 1990 de nieuwe Invorderingswet (Iw 1990) invoerde, werd vanwege de vertraging rondom de invoering van het nieuwe BW de status quo rondom het fiscaal bodemrecht gehandhaafd. Dit ‘recht’ bestaat uit twee ‘componenten’. Op grond van artikel 21 lid 2 Iw 1990 heeft de fiscus een voorrecht op alle goederen van de schuldenaar (bodemvoorrecht). Daarnaast zijn op grond van artikel 22 lid 3 Iw 1990 ook goederen van derden vatbaar voor verhaal door de fiscus. Wel werd in de zogeheten ‘horizonbepaling’ (art. 70 Iw 1990) bepaald dat artikel 22 lid 3 Iw 1990 zou komen te vervallen op 1 januari 1993, tenzij (i) een wetsvoorstel met een definitieve regeling van het fiscaal bodemrecht bij de Tweede Kamer zou zijn ingediend, of (ii) een wetsvoorstel zou zijn aangenomen ter verlenging van de vervaltermijn met ten hoogste een jaar. Meer dan twintig jaar later zijn we nog steeds in de situatie die in 1990 als ‘tijdelijk’ werd ingevoerd.

Opinie | Redactioneel
juni 2011
AA20110413

september 1993

Katern 48: Handels- en faillissementsrecht

C.M. van der Heijden

Toont alle 4 resultaten