Toont alle 4 resultaten

Golddiggers in het afstammingsrecht: het verlaten van de wettelijke termijn in artikel 1:205 lid 4 BW

G. Eerenberg

Post thumbnail In deze bijdrage wordt betoogd dat in procedures rondom kinderen die na het overlijden van hun verwekker buiten de wettelijke termijn van artikel 1:205 lid 4 BW de vernietiging van de erkenning van hun juridische vader verzoeken, strakker dient te worden getoetst aan het bestaan van family life tussen de verwekker en het kind.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2021
AA20210889

juni 1989

Katern 31: Jeugdrecht

F. van Kranen

Over vaders, seks en afstamming: het afstammingsrecht voor verwekkers kritisch beschouwd

W.M. Schrama

Post thumbnail

In deze bijdrage wordt ingegaan op de rechtspositie van vaders die geen formele relatie met de moeder van het kind hebben. Een vergelijking van de uiteenlopende situaties laat zien dat er grote verschillen bestaan tussen de rechtsposities van biologische vaders en hun kinderen. Gelet op maatschappelijke en medische ontwikkelingen lijkt de tijd op een aantal punten rijp voor een heroverweging van het afstammingsrecht.

Rode draad | Recht en seksualiteit
maart 2016
AA20160212

Vervangende toestemming tot erkenning; voorwaardelijke toestemming

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 30 oktober 2015, nr. 15/01266, ECLI:NL:HR:2015:3196 Personen- en familierecht. Verzoek verwekker aan rechtbank tot vervangende toestemming tot erkenning kind (art. 1:204 lid 3 BW). Door moeder aan andere man gegeven toestemming voordat verzoek bij rechtbank was ingediend, maar nadat verwekker bij brief van zijn advocaat om toestemming aan de moeder had gevraagd. Is de gegeven toestemming voorwaardelijk?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2016
AA20160041

Toont alle 4 resultaten