H. van Drongelen
Bij vervaardigen van wetgeving staan vaak procedurele voorschriften rond het wetgevingsproces en de vormgeving ervan centraal. Bij wetgeving staan het verwezenlijken van het overheidsbeleid en de doelstelling(en) ervan steeds meer centraal. Maar wat als het gaat om de kwaliteit van wetgeving, dus de normstelling zelf? Een van de aspecten die daarbij speelt, is het taalgebruik. Uit deze bijdrage blijkt dat juist het taalgebruik in wetgeving en het belang daarvan onvoldoende wordt onderkend.
Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2020
AA20200261