8 EVRM

Opheffing van het verbod op embryokweek ten behoeve van medisch wetenschappelijk onderzoek? De relatieve beschermwaardigheid van beginnend menselijk leven

M.A.J.M. Buijsen

Post thumbnail Moet het kweken van menselijke embryo’s ten behoeve van medisch wetenschappelijk onderzoek in Nederland worden toegestaan? Deze vraag ligt voor nu een voorstel tot wijziging van de Embryowet aanhangig is. In deze bijdrage wordt verkend of en in welke mate opheffing van het huidige wettelijke verbod verenigbaar is met hoger recht, het EVRM en het IVESCR in het bijzonder. Ook wordt bezien welke morele argumenten het zwaarst wegen. De conclusie luidt dat de keuze voor opheffing van het verbod eigenlijk al met de huidige Embryowet gemaakt is.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2025
AA20250766

Political questions in de Amerikaanse en Nederlandse rechtspraak

Handhaving van recht of politieke beslissingen nemen?

P.P.T. Bovend'Eert

Post thumbnail In de Amerikaanse ‘political question’-doctrine staat de vraag centraal of de rechter in staat is een geschil te beslissen op basis van concrete en bruikbare rechtsnormen die uit de (grond)wet en het recht af te leiden zijn. Daarnaast kan van belang zijn dat de onderliggende kwestie eigenlijk thuishoort bij de politieke staatsmachten. Het is wenselijk dat de Nederlandse rechter een vergelijkbare benadering kiest bij geschillen met een sterk politiek karakter, zoals de Urgenda-zaak.

Opinie
oktober 2020
AA20200911

Rechtsbescherming in de jeugdbescherming

H.J. van Boven, M.R. Bruning, M.J.E. Lenglet

Post thumbnail De zorgen over de jeugdhulp en jeugdbescherming nemen de laatste jaren toe. Daarbij is specifiek aandacht voor de rechtsbescherming van ouders en minderjarigen en de noodzaak tot verbetering hiervan. In opdracht van de proeftuin Utrecht en Utrecht-West hebben wij een verkennend onderzoek uitgevoerd naar verschillende perspectieven op rechtsbescherming van betrokkenen in de jeugdbescherming. Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, interviews en een focusgroep. In deze bijdrage bespreken wij onze onderzoeksresultaten.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2024
AA20240109

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2010 nr. 28

Gezinshereniging moeder bij Nederlandse kinderen

Sharenting & aansprakelijkheid: (wanneer) is de delende ouder aansprakelijk?

E.R. de Jong, E. Steendam Visser

Post thumbnail Wanneer kunnen ouders die (te) veel informatie over hun kind op social media plaatsen, succesvol aansprakelijk worden gesteld? Heeft het kind recht op schadevergoeding wanneer het bijvoorbeeld een depressie overhoudt aan het viral gaan in haar jeugd? In een digitaliserende wereld neemt de relevantie van dergelijke vragen toe. Eenduidige antwoorden zijn er nog niet.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2019
AA20190642

Smaad, eenvoudige belediging en het maatschappelijk debat

F. Janssens, A.J. Nieuwenhuis

Post thumbnail Publicisten en politici leveren tal van bijdragen aan het maatschappelijk debat. Daarbij nemen ze vaak geen blad voor de mond. Gezagdragers of (andere) politici worden in denigrerende termen beschreven of van ernstige misstappen beschuldigd. In dergelijke gevallen staat het belang van een ongebreideld maatschappelijk debat tegenover het belang de persoonlijke integriteit of goede naam van de aangevallen persoon te beschermen. In deze bijdrage wordt onderzocht welke ruimte er daarbij is voor de toepassing van de strafrechtelijke bepalingen die zien op smaad en eenvoudige belediging.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2020
AA20200129

SyRI: bij voorbaat verdacht

Patroon Legal Design

Deze maand brengt Patroon Legal Design de SyRI-uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 februari 2020 in beeld.

Recht in Beeld
februari 2022
AA20220097

The EU-US SWIFT Agreement: Assessment by the ECtHR upon the EU’s accession to the ECHR

I. Ievdokymova

Post thumbnail Heb je onlangs geld overgemaakt naar het buitenland? Dan heb je gebruik gemaakt van de SWIFT-code (ook bekend als de BIC-code). De kans bestaat dat de terrorisme-eenheid aan de andere kant van de Atlantische Oceaan nu jouw persoonlijke gegevens aan het doorpluizen is. Volgens het in 2010 tussen de VS en EU gesloten SWIFT-akkoord is dit legaal, maar het akkoord stuit ook op stevige kritiek. Iryna Ievdokymova onderzoekt in dit artikel of het SWIFT-akkoord in strijd is met Europese wetgeving en rechtspraak op het gebied van de bescherming van (persoons)gegevens.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
september 2011
AA20110611

Towards European consensus on climate change as a human rights problem

L.P. Dikkers

Post thumbnail This article discusses the emerging trend to treat climate change as a human rights problem. This serves as an argument for an evolutive interpretation of the ECHR that does more justice to the nature of the problem of climate change.

Verdieping | Studentartikel
februari 2022
AA20220089

Uitlokking door burgers en de (on)bruikbaarheid van het daardoor verkregen bewijsmateriaal

Urgenda tegen de Staat der Nederlanden: aan wiens kant staat de Nederlandse burger eigenlijk?

O. Spijkers

Post thumbnail In het rechtbankvonnis (2015) in de Urgenda-zaak werd het nalaten van de Nederlandse Staat om de uitstoot van broeikasgassen vanuit Nederlands grondgebied tot een aanvaardbaar niveau terug te (doen) brengen, beschouwd als een schending van de zorgplicht (gevaarzetting) van artikel 6:162 lid 2 Burgerlijk Wetboek. Door dit nalaten bracht Nederland de eigen bevolking in gevaar. In 2018 kwalificeerde het gerechtshof datzelfde nalaten door de Staat als een schending van de mensenrechten van de Nederlandse bevolking, in het bijzonder het recht op leven en een schone leefomgeving. In deze bijdrage onderzoek ik of de Urgenda-zaak gezien kan worden als een succesvol voorbeeld van strategisch procederen voor mensenrechten, dat wil zeggen het op een strategische manier inzetten van een juridische procedure, waarin de mensenrechten centraal staan, om op deze wijze te proberen algemene beleids­wijzigingen teweeg te brengen in het belang van de samenleving als geheel. Daarbij kijk ik ook naar de reactie van de Nederlandse samen­leving op deze procedure. Die lijkt verdeeld. Sommige Nederlandse burgers beschouwen Urgenda als een stichting die moedig opkomt voor de goede zaak, anderen hebben juist meer sympathie voor de weifelende Nederlandse Staat.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2019
AA20190191

Van ‘waar bemoeit die rechter zich mee?’ tot ‘res loquitur ipsa’. De Urgenda-zaak bij de Hoge Raad

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Hoge Raad 20 december 2019, nr. 19/00135, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41, m.nt. J. Spier, AB 2020/24, m.nt. Ch.W. Backes & G.A. van der Veen, JB 2020/37, m.nt. D.G.J. Sanderink, M en R 2020/8, m.nt. T.J. Thurlings-Rassa (Urgenda) Als er in de afgelopen jaren één (Nederlands) geschil zou moeten worden aangewezen waarover de rechter uitspraak deed en waarover veel juristen in de wereld verbaasd waren, vanwege de mate waarin de rechterlijke macht meende te kunnen interveniëren in het politieke domein, dan betreft dat het geschil tussen de Nederlandse Staat en de stichting Urgenda. Kars de Graaf & Bert Marseille annoteren de uitspraak in het kader van het themanummer over de rechter in de trias politica.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200955