8 EVRM
Resultaat 25–36 van de 41 resultaten wordt getoond
Uitlokking door burgers en de (on)bruikbaarheid van het daardoor verkregen bewijsmateriaal
M. Lochs
Naar aanleiding van het verschijnsel van zogenaamde pedojagers rijst de vraag of in het strafproces gebruik kan worden gemaakt van bewijs dat is verkregen door middel van uitlokking door burgers. In dit artikel wordt onderzocht wat het in de strafrechtspraak ontwikkelde toetsingskader van uitlokking betekent voor de omgang met dergelijk bewijs. Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan het in Engeland geldende leerstuk van private entrapment.
Advertorial
Als Officier van Justitie heb je de regie over het opsporingsonderzoek, bijv. bij grote drugszaken in de haven van Rotterdam. Welke methode pas jij toe?
Bij een terminal op de Maasvlakte houdt de politie 3 jongens aan. Ze zijn geronseld om drugs op te halen bij een container in de haven. De vangst: 1000 kilo coke. Maar dan begint het pas. Een van hen heeft een telefoon bij zich. Het tappen levert direct al volgende aanknopingspunten op. Wie spoor je allemaal op? Lees meer >>
Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2022
AA20220177
Resultaat 25–36 van de 41 resultaten wordt getoond





Moet het kweken van menselijke embryo’s ten behoeve van medisch wetenschappelijk onderzoek in Nederland worden toegestaan? Deze vraag ligt voor nu een voorstel tot wijziging van de Embryowet aanhangig is. In deze bijdrage wordt verkend of en in welke mate opheffing van het huidige wettelijke verbod verenigbaar is met hoger recht, het EVRM en het IVESCR in het bijzonder. Ook wordt bezien welke morele argumenten het zwaarst wegen. De conclusie luidt dat de keuze voor opheffing van het verbod eigenlijk al met de huidige Embryowet gemaakt is.
In de Amerikaanse ‘political question’-doctrine staat de vraag centraal of de rechter in staat is een geschil te beslissen op basis van concrete en bruikbare rechtsnormen die uit de (grond)wet en het recht af te leiden zijn. Daarnaast kan van belang zijn dat de onderliggende kwestie eigenlijk thuishoort bij de politieke staatsmachten. Het is wenselijk dat de Nederlandse rechter een vergelijkbare benadering kiest bij geschillen met een sterk politiek karakter, zoals de Urgenda-zaak.
De zorgen over de jeugdhulp en jeugdbescherming nemen de laatste jaren toe. Daarbij is specifiek aandacht voor de rechtsbescherming van ouders en minderjarigen en de noodzaak tot verbetering hiervan. In opdracht van de proeftuin Utrecht en Utrecht-West hebben wij een verkennend onderzoek uitgevoerd naar verschillende perspectieven op rechtsbescherming van betrokkenen in de jeugdbescherming. Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, interviews en een focusgroep. In deze bijdrage bespreken wij onze onderzoeksresultaten.
Wanneer kunnen ouders die (te) veel informatie over hun kind op social media plaatsen, succesvol aansprakelijk worden gesteld? Heeft het kind recht op schadevergoeding wanneer het bijvoorbeeld een depressie overhoudt aan het viral gaan in haar jeugd? In een digitaliserende wereld neemt de relevantie van dergelijke vragen toe. Eenduidige antwoorden zijn er nog niet.
Publicisten en politici leveren tal van bijdragen aan het maatschappelijk debat. Daarbij nemen ze vaak geen blad voor de mond. Gezagdragers of (andere) politici worden in denigrerende termen beschreven of van ernstige misstappen beschuldigd. In dergelijke gevallen staat het belang van een ongebreideld maatschappelijk debat tegenover het belang de persoonlijke integriteit of goede naam van de aangevallen persoon te beschermen. In deze bijdrage wordt onderzocht welke ruimte er daarbij is voor de toepassing van de strafrechtelijke bepalingen die zien op smaad en eenvoudige belediging.
Heb je onlangs geld overgemaakt naar het buitenland? Dan heb je gebruik gemaakt van de SWIFT-code (ook bekend als de BIC-code). De kans bestaat dat de terrorisme-eenheid aan de andere kant van de Atlantische Oceaan nu jouw persoonlijke gegevens aan het doorpluizen is. Volgens het in 2010 tussen de VS en EU gesloten SWIFT-akkoord is dit legaal, maar het akkoord stuit ook op stevige kritiek. Iryna Ievdokymova onderzoekt in dit artikel of het SWIFT-akkoord in strijd is met Europese wetgeving en rechtspraak op het gebied van de bescherming van (persoons)gegevens.
This article discusses the emerging trend to treat climate change as a human rights problem. This serves as an argument for an evolutive interpretation of the ECHR that does more justice to the nature of the problem of climate change.
In het rechtbankvonnis (2015) in de Urgenda-zaak werd het nalaten van de Nederlandse Staat om de uitstoot van broeikasgassen vanuit Nederlands grondgebied tot een aanvaardbaar niveau terug te (doen) brengen, beschouwd als een schending van de zorgplicht (gevaarzetting) van artikel 6:162 lid 2 Burgerlijk Wetboek. Door dit nalaten bracht Nederland de eigen bevolking in gevaar. In 2018 kwalificeerde het gerechtshof datzelfde nalaten door de Staat als een schending van de mensenrechten van de Nederlandse bevolking, in het bijzonder het recht op leven en een schone leefomgeving. In deze bijdrage onderzoek ik of de Urgenda-zaak gezien kan worden als een succesvol voorbeeld van strategisch procederen voor mensenrechten, dat wil zeggen het op een strategische manier inzetten van een juridische procedure, waarin de mensenrechten centraal staan, om op deze wijze te proberen algemene beleidswijzigingen teweeg te brengen in het belang van de samenleving als geheel. Daarbij kijk ik ook naar de reactie van de Nederlandse samenleving op deze procedure. Die lijkt verdeeld. Sommige Nederlandse burgers beschouwen Urgenda als een stichting die moedig opkomt voor de goede zaak, anderen hebben juist meer sympathie voor de weifelende Nederlandse Staat.