Shop

Strafrechtelijk optreden is van nature betrekkelijk onbeschaafd

Interview met prof.mr. G.J.M. Corstens, hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen

J. Postma, A. van Veen

Interview met de Nijmeegse hoogleraar strafrecht Geert Corstens in het kader van de rode draad 'Materieel strafrecht in beweging'. In het interview komen onder andere het veranderende strafrecht en in het bijzonder het daderschap, praktische oplossingen, herrijking van het Wetboek van Strafrecht, inkijkoperaties en andere werkzaamheden in het kader van de strafvordering, vormvereisten in vergelijking met het administratief recht, vertrouwen van de burger in het strafrecht, hoogleraarschap, conclusies van de A-G en de Hoge Raad

Overig | Rode draad | Materieel strafrecht in beweging | Verdieping | Interview
september 1994
AA19940569

Strafrechtelijke beschermingsbevelen en mediation binnen het strafproces: over nieuwe privaatrechtelijke ondertonen in het strafrecht

S. van der Aa, M.S. Groenhuijsen, A. Pemberton

Post thumbnail

Beschermingsbevelen en mediation kunnen voor slachtoffers van groot belang zijn. Het Nederlandse rechtssysteem biedt slachtoffers verschillende opties om van deze middelen gebruik te maken. Naast het straf(proces)recht kan bijvoorbeeld ook het privaatrecht van betekenis zijn; beide rechtsgebieden bieden de mogelijkheid om een beschermingsbevel op te leggen of om mediation toe te passen. Het doel van deze bijdrage is te bezien wat strafrechtbeoefenaars op dit terrein kunnen leren van hun privaatrechtelijke vakbroeders.

Bijzonder nummer | Privatisering van het strafrecht | Overig
juli 2013
AA20130546

Strafrechtelijke causaliteit in de grensrechterzaak: over redelijke toerekening en ‘juristentrucs’

D.L.F. de Vocht

Post thumbnail In het overgrote deel van de strafzaken levert het vaststellen van causaliteit geen noemenswaardige problemen op. Meestal kan als vaststaand worden aangenomen dat het strafrechtelijk relevante gevolg door de – eveneens strafrechtelijk relevante – gedraging is veroorzaakt. In sommige gevallen is het aannemen van een dergelijk verband echter minder vanzelfsprekend, bijvoorbeeld vanwege het lange tijdsverloop tussen de gedraging en het gevolg of vanwege het optreden van tussenliggende handelingen of gebeurtenissen. Dit was ook het geval in de geruchtmakende grensrechterzaak, die het onderwerp is van deze amuse.

Opinie | Amuse
september 2013
AA20130624

Strafrechtelijke causaliteit, alternatieve scenario’s en vingerwijzingen voor de rechtspraktijk

T. Kooijmans

Hoge Raad 27 maart 2012, nr. 10/00825, ECLI:NL:HR:2012:BT6362, LJN: BT6362, NJ 2012/301 m.nt. N. Keijzer (Groninger HIV)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2012
AA20120645

Strafrechtelijke consequenties van een mislukt galgenmaal

F.M. Tadic

Het verschil tussen de ondeugdelijke poging en de mislukte poging, werkelijke onmogelijkheid of pech. Hoge Raad 6 juni 1854 (Koffie met zwavelzuur-arrest) Hoge Raad 7 mei 1906 (Koperen centen-arrest)

Opinie | Amuse
januari 2007
AA20070009

Strafrechtelijke samenwerking in de Europese Unie: interstatelijk vertrouwen als weerlegbaar vermoeden

J.W. Ouwerkerk

In 1999 werd het beginsel van wederzijdse erkenning als leidend beginsel van de toekomstige justitiële samenwerking in strafzaken in de Europese Unie. Er werd een hoge mate van onderling vertrouwen verondersteld aanwezig te zijn. Inmiddels is gebleken dat deze veronderstelling niet juist is. In deze bijdrage onderzoekt Jannemieke Ouwerkerk hoe gerechtvaardigd het is om vertrouwen te stellen in het handelen van andere lidstaten en ook of het gerechtvaardigd vertrouwen reden geeft de lidstaten te verplichten tot een min of meer automatische erkenning van elkaars strafrechtelijke beslissingen.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2012
AA20120735

Strafvervolging van overheden

Een evaluatie naar aanleiding van de ramp in Enschede

D. Roef

In dit artikel, mede geschreven naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede, richt zich op de strafbaarheid van overheden. De jurisprudentiële ontwikkelingen en de daarin genoemde voorwaarden voor een strafbare overheid worden behandeld.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2001
AA20010142

Strafwetgeving in politiecratie: een hypothese?

H. Bevers

In dit artikel wordt ingegaan op hoe nieuwe opsporingsbevoegdheden en opsporingsmethoden mede tot stand komen door inmenging van de zijde van de politie zelf.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 1995
AA19950027

Strafzaken in de media

Griezelen bij spannende verhalen of eerder stof tot nadenken?

L. Stevens

Post thumbnail De media zijn dol op strafzaken, ongetwijfeld vanwege het klassieke drama dat mensen kan doen huiveren. Maar dat is niet waarom het strafrecht zo’n boeiend rechtsgebied is, aldus Lonneke Stevens in deze amuse. Ze noemt drie voorbeelden van de dilemma’s die het strafrecht zo interessant maken.

Opinie | Amuse
mei 2021
AA20210430

Strange bedfellows

S. Klos

Binnen het merkenrecht is de term verwarring weer een van de kernbegrippen. Wanneer twee onderscheidende tekens zo veel op elkaar lijken dat mensen ze door elkaar halen kan er sprake zijn van verwarring. Puma/Sabel HvJ EG 11 november 1997 zaak C-251-95 Hyster/Karry Krane Hoge Raad 26 juni 1653

Opinie | Amuse
maart 2007
AA20070187

Streaming music services: remedie tegen piraterij?

B. de Knock

De strijd tegen het illegaal aanbod van muziek voelt voor de rechthebbenden langzamerhand als water naar de zee dragen. Een strijd die wordt gekentekend door pyrrusoverwinningen en verbale lynchpartijen tussen onbegrepen consumenten en ongelukkige kunstenaars. In dit slagveld blijft de muziekliefhebber verward achter omdat enerzijds wordt gezegd dat piraterij de industrie schaadt en er anderzijds, meer dan ooit, interesse is in het luisteren naar of maken van muziek. Hoe krijgen we de consument aan het legale downloaden?

Blauwe pagina's | Recht en Media
februari 2011
AA20110086

Streekplan Zuid-Holland Oost; besluiten in de zin van de Awb

Th.G. Drupsteen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 15 december 1995, ECLI:NL:RVS:1995:AN5094, nr. FO 1.95.0203 (mr. De Vries), AB 1996, 303, m.nt. PvB, Gem. Stem 1996, 7037, nr. 4, m.nt. HH. In deze uitspraak van de ABRvS en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de rechtsbescherming bij besluiten en plannen die genomen en gemaakt worden op basis van de WRO.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1996
AA19960768