Juridische informatie over claims bij letselschade

Een ongeval kan in een fractie van een seconde je leven veranderen. Letselschade kan ontstaan door een verkeersongeval, bedrijfsongeval of een aanval door een dier. Het brengt niet alleen lichamelijke gevolgen met zich mee, maar ook financiële en emotionele impact. Gelukkig biedt de wet slachtoffers de mogelijkheid om schade te verhalen. In dit artikel leggen we op begrijpelijke wijze uit welke juridische claims mogelijk zijn bij letselschade, hoe je schade kunt verhalen, en welke verzekeringen hierbij een rol spelen.
Welke schadeposten kun je claimen bij letselschade?
Wanneer iemand aansprakelijk is voor jouw letsel, heb je recht op een vergoeding van zowel materiële als immateriële schade. Denk bij materiële schade aan misgelopen inkomsten, kapotte persoonlijke bezittingen, aanpassingen aan je woning, medische kosten en hulp in het huishouden. Immateriële schade is een vergoeding voor pijn, verdriet en verlies van levensvreugde. Daarbij komt dat de kosten van juridische hulp van een partij als Drost letselschade bij aansprakelijkheid óók verhaald kunnen worden op de tegenpartij. Als slachtoffer hoef je deze dus niet uit eigen zak te betalen.
Verzekeringen die letselschade dekken
Er zijn verschillende verzekeringen die van toepassing kunnen zijn in het geval van letselschade. Een belangrijke is de Schadeverzekering voor Inzittenden (SVI). Deze verzekering dekt alle schade van bestuurder en passagiers, ongeacht wie schuld heeft aan het ongeluk. Naast medische kosten dekt de SVI ook inkomensverlies, schade aan persoonlijke bezittingen en vaak zelfs juridische hulp. Voor werkgevers is de SVI essentieel als werknemers met een bedrijfsvoertuig betrokken kunnen raken bij een ongeval. Zonder deze verzekering kan de werkgever volledig aansprakelijk worden gesteld voor de schade van de werknemer tijdens werk of woon-werkverkeer. Een andere verzekering is de Ongevallen Inzittendenverzekering (OVI). Deze keert alleen uit bij blijvend letsel of overlijden, en dan ook slechts een vast bedrag volgens de polisvoorwaarden. De OVI kijkt dus niet naar de werkelijke schade, wat de uitkering vaak lager maakt dan bij een SVI. Laat je indien nodig adviseren door een Drost letselschade jurist.
De ‘schuldloze derde’-regeling bij meerpartijenongevallen
In situaties waarbij meerdere partijen betrokken zijn bij een ongeval, kan het lastig zijn om vast te stellen wie verantwoordelijk is. Voor slachtoffers die hier buiten staan (zoals passagiers of omstanders) bestaat de schuldloze derde-regeling. Deze houdt in dat de schade van een onschuldige derde direct wordt vergoed, zonder dat eerst uitgezocht hoeft te worden wie precies aansprakelijk is. Een voorbeeld: auto A en auto B botsen, en passagier C raakt gewond. C kan zijn schade verhalen op A of B, zonder betrokken te raken bij de onderlinge schuldvraag tussen de bestuurders. De aansprakelijke partij vergoedt uiteindelijk de schade en kan eventueel later de kosten verhalen op de andere partij.
Wettelijke bescherming van zwakke verkeersdeelnemers
Volgens artikel 185 van de Wegenverkeerswet zijn voetgangers en fietsers — de zogeheten ‘zwakke verkeersdeelnemers’ — extra beschermd. Kom je als voetganger of fietser in botsing met een gemotoriseerd voertuig, dan heb je in de meeste gevallen recht op minimaal 50% van je schade. Voor kinderen tot 14 jaar geldt zelfs een volledige schadevergoeding, tenzij er sprake is van opzet of roekeloos gedrag. Belangrijk is dat bij deze vorm van aansprakelijkheid geen bewijs van schuld nodig is. Het gaat om risicoaansprakelijkheid: de bestuurder van het motorvoertuig is in principe verantwoordelijk, tenzij uitzonderingen gelden.
Professionele hulp bij letselschade
Het regelen van een letselschadeclaim is complex. Er komen medische rapporten, verzekeringspolissen, juridische procedures en onderhandelingen bij kijken. Daarom is het inschakelen van een gespecialiseerde letselschade-jurist sterk aan te raden. Deze inventariseert de schade, stelt de tegenpartij aansprakelijk en onderhandelt over een passende vergoeding.