A.H.J. Swart
Hoge Raad 1 juli 1985, nr. 78765U, ECLI:NL:HR:1985:AD5682
Tenzij het toepasselijke uitleveringsverdrag anders bepaalt, kan de klacht dat de om uitlevering verzoekende staat de persoon zodanig zal vervolgen en bestraffen dat bepaalde rechtsbeginselen, zoals die vervat in het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, worden geschonden, er niet toe leiden dat de rechter de uitlevering ontoelaatbaar verklaart.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1986
AA19860132