Ars Aequi januari 2020
Ars Aequi begint het nieuwe decennium met een lekker dik en gevarieerd nummer. Om te beginnen leggen Bart Jansen en Rogier Baart in hun artikel uit dat artsen iedere amputatiepatiënt zouden moeten wijzen op de mogelijkheden die er zijn om te beschikken over hun geamputeerde ledemaat, op grond van goederen-, gezondheids- en mensenrechtelijke overwegingen. Ook het artikel van Sara Engelen speelt zich af in de medische wereld, maar dan gaat het om geheimhoudingsbedingen en de rechtsgeldigheid daarvan.
Maarten de Wilde en Ciska Wisman behandelen de ‘Deense zaken’, waarin het Hof van Justitie een route lijkt te zijn ingeslagen van ambiguïteit, rechtsonzekerheid en uiteindelijk een willekeurige belastingheffing. Wessel Wijtvliet bespreekt een nieuwe methode om politiek-economische voorkeuren van EU-rechters te meten en analyseert de invloed van deze voorkeuren op de rechtspraak van het Gerecht inzake EU mededingings- en staatssteunrecht. Tea Mellema Kranenburg schijnt licht op de bijzondere positie van de notaris, die zowel ondernemer als ambtenaar is, Renetta Bos pleit voor opname van filosofen die positiefrechtelijke concepten integreren in hun filosofie, zoals Hegel, in de bachelor, en Teun van der Linden vertelt ons over zijn proefschrift ‘Aanvullend verrijkingsrecht’.
Een nieuw jaar betekent ook nieuwe thema’s, voor de Blauwe Pagina’s is dat dit jaar ‘Recht en politiek’ (de aftrap wordt verzorgd door Ronald Tinnevelt) en de Rode Draad ‘Beschermenswaardige partijen’ wordt geopend door Luigi Corrias. En ook nieuw: in 2020 zal advocaat-generaal Ruth de Bock iedere maand een column schrijven voor Ars Aequi.
Bekijk inhoudsopgave
U heeft geen toegang tot de download(s) van dit product.
Login of bekijk onze abonnementen