zorgvuldigheidsnorm

Toont alle 11 resultaten

Bestuur en burgerlijke rechter II

E.M.H. Hirsch Ballin

Hoge Raad 16 mei 1986, nr. 12818, ECLI:NL:HR:1986:AC9354 (Landbouwvliegers - Spuitvliegen) Tweede deel in de serie waarin het handelen van de burgerlijke rechter in bestuursrechtelijke zaken centraal staat. In deze bijdrage komt aan de welke beoordelingscriteria de burgerlijke rechter moet aanleggen bij het beoordelen van bestuurshandelen. Daarbij wordt een groot aantal uitspraken aangehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1988
AA19880114

De invloed van regelgeving van sportorganisaties op het civiele aansprakelijkheidsrecht

R.H.C. van Kleef

Post thumbnail

De sport kenmerkt zich door een grote hoeveelheid van eigen regelgeving. Veel van deze regelgeving is van tuchtrechtelijke aard en dient (mede) om schade te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan spelregels, pisteregels of aan standaarden voor stadionveiligheid. In dit artikel wordt gestreefd de status van deze regels in een civiele procedure te verduidelijken. In welke mate kan en moet tuchtrechtelijke regelgeving van sportorganisaties in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de toepasselijke zorgvuldigheidsnorm?

Bijzonder nummer | Tuchtrecht
juli 2016
AA20160545

Economische analyse van de Nederlandse aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad

E. van Schilfgaarde

In dit artikel wordt de Nederlandse aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad besproken in het licht van de economische analyse zoals die de afgelopen dertig jaar vooral in de Verenigde Staten is ontwikkeld. Centraal staat de grondslag voor aansprakelijkheid uit eigen onrechtmatige daad, in het bijzonder het ongevallenrecht. In de eerste paragraaf wordt een korte uitleg gegeven van het economische model voor aansprakelijkheidsrecht; in de tweede paragraaf wordt de Nederlandse zorgvuldigheidsnorm getoetst aan het economische model; in de derde paragraaf wordt de rol van het toerekeningsvereiste in het Nederlandse onrechtmatige daadrecht besproken en in de vierde paragraaf wordt de economische analyse toegepast op de toerekenbare onrechtmatige daad.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900750

Een tramlijn door Jeruzalem

Verantwoord ondernemen vanuit Nederland

A.G. Castermans, J.A. van der Weide

Post thumbnail Kan een Nederlandse rechtspersoon in rechte verantwoordelijk worden gehouden voor de betrokkenheid van een dochterbedrijf bij mensenrechtenschendingen in het buitenland? Alex Geert Castermans en Jeroen van der Weide behandelen deze vraag in hun artikel ‘Een tramlijn door Jeruzalem’ aan de hand van een rechtszaak in Frankrijk, aangespannen door de Association France Palestine Solidarité tegen Alstom en Veolia, omdat die twee ondernemingen hun medewerking verlenen aan een project dat volgens de eisers bijdraagt aan de instandhouding van een situatie die in strijd is met het internationaal recht.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2010
AA20100404

Het klimaatgevaar en het gouden Kelderluik

A.G. Castermans

Post thumbnail

Het vonnis in de Urgenda-zaak kan worden verklaard vanuit procedureel perspectief. Partijen – Urgenda en de Staat – waren het voor de Haagse rechtbank over veel eens en de Staat heeft van een aantal punten – feitelijk – geen probleem gemaakt. De rechtbank bleef binnen de constitutionele grenzen door hetgeen feitelijk en juridisch tussen partijen is komen vast te staan.

Opinie | Tweeluik
januari 2016
AA20160034

Inbreuk op een recht en (on)zorgvuldig gedrag

A.G. Castermans, C.W. Demper

Hoge Raad 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:17, RvdW 2024/105 (Afzinkkelder)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2024
AA20240535

Informatieverstrekking door de overheid, op het grensvlak van het bestuursrecht en het civiele recht

N. van Triet

Post thumbnail De overheid geeft over tal van onderwerpen, via diverse kanalen en in verschillende vormen informatie. Die informatie kan achteraf onjuist blijken te zijn, welke onjuistheid in de bestuursrechtelijke kolom (via het vertrouwensbeginsel) dan wel in een civielrechtelijke procedure (via een schending van de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm) aan de orde moet worden gesteld. De door de rechters gehanteerde toetsingskaders verschillen deels op een onwenselijke manier van elkaar. Dit artikel doet daarom voorstellen om tot meer harmonie tussen het bestuursrecht en het civiele recht te komen.

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
april 2023
AA20230290

maart 1988

Katern 26: Economisch recht en intellectuele eigendom

E.J. Arkenbout, M.Ph. van Sint Truiden

maart 1996

Katern 58: Burgerlijk recht

S.D. Lindenbergh, J.A.J. Peter, L. Reurich

Staat-Shell (c.a.)

J. Hijma

Hoge Raad 30 september 1994, nr. 15308, ECLI:NL:HR:1994:ZC1460, RvdW 1994 (Staat/Shell) In deze zaak is aan de orde in hoeverre Shell onrechtmatig heeft gehandeld en in die zin aansprakelijk is om de kosten voor de sanering van een stuk vervuilde grond te dragen. Het gaat hierbij om bodemvervuiling die al lang geleden, in de jaren '50, is veroorzaakt en het onduidelijk is of de betreffende wet (art. 21 Interimwet bodemsanering) van toepassing is en of er in die überhaupt een zorgvuldigheidsnorm ten aanzien van het lozen van afval bestond.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1995
AA19950273

Zorgplicht van scholen voor de kwaliteit van het onderwijs

B.M. Paijmans

Post thumbnail Op 17 mei 2013 promoveerde Brechtje Paijmans aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift De zorgplicht van scholen. De grondslag en reikwijdte van de civielrechtelijke zorgvuldigheidsnorm van scholen jegens leerlingen. Promotor was prof.mr. I. Giesen. In deze bijdrage schrijft zij over haar onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2014
AA20140156

Toont alle 11 resultaten