L.P.W. van Vliet
Wanneer de koper van een kunstvoorwerp te goeder trouw heeft gekocht van een beschikkingsonbevoegde, kan de koper wellicht beschermd worden door artikel 3:86 BW. De vraag rijst dan hoe de rechter de maatstaf van goede trouw zal toepassen gezien de bijzondere aard van de transactie. Met een analyse van Nederlandse, Duitse en Italiaanse rechtspraak zal worden bekeken hoe de norm wordt ingevuld. Daarbij komt ook het beleid aan de orde van de Restitutiecommissie, die advies uitbrengt over goederen waarvan de eigenaar het bezit heeft verloren tijdens het nazi-bewind.
Bijzonder nummer | Kunst & Recht
juli 2023
AA20230520