M.S. Groenhuijsen
Hoge Raad 6 maart 1990, nr. 87565, ECLI:NL:HR:1990:ZC8499, NJ 1990, 467 m.n. Sch. Ook bekend als Ademanalyse-arrest I.
Dit arrest is van groot belang voor de praktijk van het verkeersrecht. De wettelijke regeling van de ademanalyse is voorshands gesauveerd, zodat de opsporing en vervolging van rijden onder invloed weer overal ter hand kan worden genomen. De betekenis van de onderhavige beslissing reikt evenwel mogelijk nog verder: de door de Hoge Raad gebezigde overwegingen leiden rechtstreeks tot de vraag naar het bestaansrecht van het vigerende gematigd-accusatoire strafgeding. Daarom vormt dit arrest wellicht een mijlpaal in de ontwikkeling van het strafprocesrecht.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1990
AA19900961