L.J. van den Herik
De directe verdienste van het Kadi-arrest van 2008 is dat het geleid heeft tot de oprichting van de VN-Ombudspersoon en betere rechtsbescherming binnen het Al-Qaeda-sanctieregime. Echter de Kadi-zaak richt zich uitsluitend op dit sanctieregime en ook in de literatuur is het meer algemene gebrek aan rechtsbescherming voor alle sanctieregimes onderbelicht gebleven. Recente politieke voorstellen om het mandaat van de Ombudspersoon geleidelijk uit te breiden naar andere regimes trachten hier verandering in aan te brengen. Maar het laatste Kadi-arrest van 18 juli 2013 lijkt deze ambities op een lager pitje te zetten nu het de Ombudspersoon als zodanig als onvoldoende heeft aangemerkt. Dit artikel bespreekt het meer algemene probleem van onvoldoende rechtsbescherming binnen sanctieregimes en de implicaties van het meest recente Kadi-arrest.
Verdieping | Verdiepend artikel
november 2013
AA20130811