Urgenda

Resultaat 13–24 van de 29 resultaten wordt getoond

Klimaat en recht

een juridische blik op een van de grootste uitdagingen van de 21e eeuw

C.J.H. Jansen, J.J.J. Sillen

Post thumbnail De klimaatproblematiek vanuit verschillende perspectieven: van het goederenrecht tot het ondernemingsrecht en van het burgerlijk procesrecht tot het strafrecht.

9789493199712 - 08-06-2022

Klimaat en recht (Digitaal boek)

een juridische blik op een van de grootste uitdagingen van de 21e eeuw

C.J.H. Jansen, J.J.J. Sillen

Post thumbnail De klimaatproblematiek vanuit verschillende perspectieven: van het goederenrecht tot het ondernemingsrecht en van het burgerlijk procesrecht tot het strafrecht.

9789493199712 - 08-06-2022

Over zebra’s en mensenrechten in het privaatrecht

C. Mak

Post thumbnail Wat kunnen privatisten leren van mensenrechtenmensen en andersom? In deze amuse wordt de meerwaarde van perspectiefwisselingen in het recht geïllustreerd aan de hand van twee spraakmakende zaken en een zebra.

Opinie | Amuse
februari 2019
AA20190094

Political questions in de Amerikaanse en Nederlandse rechtspraak

Handhaving van recht of politieke beslissingen nemen?

P.P.T. Bovend'Eert

Post thumbnail In de Amerikaanse ‘political question’-doctrine staat de vraag centraal of de rechter in staat is een geschil te beslissen op basis van concrete en bruikbare rechtsnormen die uit de (grond)wet en het recht af te leiden zijn. Daarnaast kan van belang zijn dat de onderliggende kwestie eigenlijk thuishoort bij de politieke staatsmachten. Het is wenselijk dat de Nederlandse rechter een vergelijkbare benadering kiest bij geschillen met een sterk politiek karakter, zoals de Urgenda-zaak.

Opinie
oktober 2020
AA20200911

Recht, rechter, rechtsvorming: een agonistisch perspectief

J.E. Esser

Post thumbnail Het Nederlandse debat over de rol van de rechter wordt sterk gekenmerkt door de constitutionele traditie van de democratische rechtsstaat en kent daarmee een aantal vrijwel vaststaande uitgangspunten. Binnen de agonistische democratietheorie staan gedeelde uitgangspunten echter altijd ter discussie. Dat leidt tot een ander perspectief op de scheiding tussen politiek en recht, de trias politica als machtenscheiding en de rol van de rechtswetenschapper.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2020
AA20200933

Representativiteit van procederende belangenorganisaties in algemeenbelangacties

R.A.J. van Gestel, D. Pistora

Post thumbnail Recent aangenomen moties in de Tweede Kamer illustreren de wens om strengere eisen te stellen aan belangenorganisaties die algemeenbelangacties ex artikel 3:305a BW willen starten. In deze bijdrage onderzoeken wij de aannames waarop de aanscherping van die representativiteitseis zijn gebaseerd en in hoeverre de risico’s die zich voordoen bij massaschadezaken ook hierbij spelen. Vervolgens kijken we in hoeverre soortgelijke risico’s zich voordoen in landen als India en Zuid-Afrika, waar geen representativiteitseis geldt. Onze conclusie luidt dat de aannames die aanleiding vormen voor strengere representativiteitseisen goeddeels ongegrond zijn, omdat de risico’s die daarmee voorkomen zouden moeten worden zich hierbij niet of nauwelijks voordoen. Integendeel, het aanscherpen van de toegang tot de rechter doet waarschijnlijk meer kwaad dan goed.

Bijzonder nummer | Reizen naar Recht
juli 2024
AA20240660

Stoelendansen met de macht: de trias politica in coronatijd

R.H.T. Jansen, T.A. van Polanen, D.B. Sander, P.M. Sijtsma

De trias politica is geen statisch begrip. De verhouding tussen de staatsmachten verschuift al naar gelang de context en het tijdsgewricht. De coronacrisis laat dat goed zien. In de afgelopen periode nam de regering het heft stevig in handen. We moeten er echter voor waken dat door langdurige machtsopeenhoping bij de uitvoerende macht de gezonde rechtsstatelijke verhoudingen zoek dreigen te raken.

Opinie | Redactioneel
oktober 2020
AA20200861

Towards European consensus on climate change as a human rights problem

L.P. Dikkers

Post thumbnail This article discusses the emerging trend to treat climate change as a human rights problem. This serves as an argument for an evolutive interpretation of the ECHR that does more justice to the nature of the problem of climate change.

Verdieping | Studentartikel
februari 2022
AA20220089

Urgenda en de rol van de rechter

Over de ondraaglijke leegheid van de trias politica

G. Boogaard

Post thumbnail

In het Urgenda-vonnis motiveert de rechtbank haar uitspraak met het argument dat zij zich beperkt heeft tot haar eigen domein: de rechtstoepassing. Maar mag een rechter alles bevelen, als de inhoud maar klopt? Of moeten er vanuit de Trias Politica ook grenzen worden ontwikkeld voor een rechter die gelijk heeft?

Opinie | Tweeluik
januari 2016
AA20160026

Urgenda tegen de Staat der Nederlanden: aan wiens kant staat de Nederlandse burger eigenlijk?

O. Spijkers

Post thumbnail In het rechtbankvonnis (2015) in de Urgenda-zaak werd het nalaten van de Nederlandse Staat om de uitstoot van broeikasgassen vanuit Nederlands grondgebied tot een aanvaardbaar niveau terug te (doen) brengen, beschouwd als een schending van de zorgplicht (gevaarzetting) van artikel 6:162 lid 2 Burgerlijk Wetboek. Door dit nalaten bracht Nederland de eigen bevolking in gevaar. In 2018 kwalificeerde het gerechtshof datzelfde nalaten door de Staat als een schending van de mensenrechten van de Nederlandse bevolking, in het bijzonder het recht op leven en een schone leefomgeving. In deze bijdrage onderzoek ik of de Urgenda-zaak gezien kan worden als een succesvol voorbeeld van strategisch procederen voor mensenrechten, dat wil zeggen het op een strategische manier inzetten van een juridische procedure, waarin de mensenrechten centraal staan, om op deze wijze te proberen algemene beleids­wijzigingen teweeg te brengen in het belang van de samenleving als geheel. Daarbij kijk ik ook naar de reactie van de Nederlandse samen­leving op deze procedure. Die lijkt verdeeld. Sommige Nederlandse burgers beschouwen Urgenda als een stichting die moedig opkomt voor de goede zaak, anderen hebben juist meer sympathie voor de weifelende Nederlandse Staat.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2019
AA20190191

Urgenda: tijd voor een constitutioneel hof?

G. Boogaard

Post thumbnail De opwinding over het Urgenda-arrest is vooral van staatsrechtrechtelijke aard. In het civiele recht lijkt eerder sprake van een zekere onverstoorbaarheid. Rechterlijke onverstoorbaarheid is op zich goed voor de trias politica, maar bij te veel civiele onverstoorbaarheid in grote constitutionele kwesties, wordt het misschien toch tijd voor een constitutioneel hof.

Blauwe pagina's | Recht en politiek
oktober 2020
AA20200862

Van ‘waar bemoeit die rechter zich mee?’ tot ‘res loquitur ipsa’. De Urgenda-zaak bij de Hoge Raad

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Hoge Raad 20 december 2019, nr. 19/00135, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41, m.nt. J. Spier, AB 2020/24, m.nt. Ch.W. Backes & G.A. van der Veen, JB 2020/37, m.nt. D.G.J. Sanderink, M en R 2020/8, m.nt. T.J. Thurlings-Rassa (Urgenda) Als er in de afgelopen jaren één (Nederlands) geschil zou moeten worden aangewezen waarover de rechter uitspraak deed en waarover veel juristen in de wereld verbaasd waren, vanwege de mate waarin de rechterlijke macht meende te kunnen interveniëren in het politieke domein, dan betreft dat het geschil tussen de Nederlandse Staat en de stichting Urgenda. Kars de Graaf & Bert Marseille annoteren de uitspraak in het kader van het themanummer over de rechter in de trias politica.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200955

Resultaat 13–24 van de 29 resultaten wordt getoond