M.J.G.C. Raaijmakers
Hoge Raad 18 november 1988, nr. 13372, RvdW 1988, 200, NJ 1989, 699, ECLI:NL:HR:1988:AD0505 (Biggles Jacobs/Velenturf q.q.)
Storting op aandelen in een BV vóór de oprichting/gestorte bedrag uitgeleend aan andere BV. Aansprakelijkheid oprichter en latere verkrijger van aandelen. Preconstitutief handelen van BV in oprichting.
De onderhavige zaak speelt zich af in het grensgebied tussen persoonlijke en 'corporatieve' aansprakelijkheid voor de verplichtingen welke in het kader van een onderneming zijn aangegaan. Wanneer maakt persoonlijke aansprakelijkheid plaats voor een aansprakelijkheid (al of niet exclusief) van een 'lichaam', een rechtspersoon. In dit arrest neemt de Hoge Raad aan dat de wet er in 1985 er niet aan in de weg stond dat er een geldbedrag vóór de oprichting van de BV op een rekening van de BV i.o. werd gestort en dit bedrag werd uitgeleend er wel aandelen werden genomen in de zin van de wet.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1989
AA19890683