M.J.G.C. Raaijmakers
Hoge Raad 19 oktober 1990, nr. 13892, ECLI:NL:HR:1990:AD1258, RvdW 1990, 178; 1VVS 1991, p. 18 met commentaar van L. Timmerman (Koghee/Akkoca)
In dit arrest van de Hoge Raad een daaropvolgende noot komt aan de orde in hoeverre een vennoot in concurrentie kan treden met een vennootschap onder firma waar deze deel van uitmaakt. De Hoge Raad oordeelt dat een vennoot in beginsel niet mag concurreren met een vof waar deze deel van uitmaakt omdat dit in strijd zou zijn met de vennootschapsovereenkomst waaruit voortvloeit dat de vennoot zich dient in te spannen voor de vof waar deze vennoot deel van uitmaakt. In de noot wordt dieper op deze uitspraak ingegaan.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1991
AA19910425