M. van der Linden
In dit artikel wordt ingegaan op de vrijheid van meningsuiting of uitingsvrijheid. Allereerst wordt er ingegaan op het wezen en de reikwijdte van de uitingsvrijheid. Daarna over de bijzondere kant van internet hierbij. In de vierde paragraaf wordt er stilgestaan bij de uitingsdelicten en inbreuken op eer en goede naam vanuit privaatrechtelijk perspectief. Tenslotte wordt de van toepassing zijnde jurisprudentie behandeld.
Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080541