A.G. Castermans
Het vonnis in de Urgenda-zaak kan worden verklaard vanuit procedureel perspectief. Partijen – Urgenda en de Staat – waren het voor de Haagse rechtbank over veel eens en de Staat heeft van een aantal punten – feitelijk – geen probleem gemaakt. De rechtbank bleef binnen de constitutionele grenzen door hetgeen feitelijk en juridisch tussen partijen is komen vast te staan.
Opinie | Tweeluik
januari 2016
AA20160034