B.C. de Die
In dit artikel wordt ingegaan op de rechtsbeginselen die spelen bij overgangsrecht en die de auteur omschrijft als 'abstracte regels, al dan niet vastgelegd in een wettekst, die als richtsnoer dienen om uit maken in hoeverre een reeks gevallen van oud dan wel van nieuw recht moet worden opgelost. Het artikel is uitgesplitst in verschillende paragrafen. Na de inleiding komt de terugwerkende kracht aan de orde. Vervolgens wordt er ingegaan op de onmiddellijke werking van de wet. Daarna wordt er ingegaan op het vertrouwensbeginsel en specifieke rechtsbeginselen. Daaropvolgend komt het beginsel van de gunstigste bepaling aan de orde. Daarna komt de conserverende werking aan de orde. Tenslotte wordt het overgangsrecht bij het nieuw BW behandeld.
Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910818