Toont alle 3 resultaten

Het Verdrag van Maastricht

K.A.M. Bleeker

In dit artikel wordt het Verdrag van Maastricht besproken dat de Europese Unie voortbrengt. In het verdrag zitten zowel supranationale elementen, de Europese Gemeenschap, als intergouvernementele, de samenwerking op het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid en justitie en binnenlandse zaken. In dit artikel worden de belangrijkste artikelen van het verdrag besproken. Ook komen de institutionele en materiële wijzigingen aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1993
AA19930262

Over octrooirecht en economie

J.J. Brinkhof

In dit artikel wil de auteur proberen iets te schrijven over de economische overwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan het ontstaan van octrooiwetgeving en over de economische impulsen tot de verdere ontwikkeling van het octrooirecht. Het zal duidelijk zijn dat wat volgt niet de economische analyse is van het octrooirecht. De schrijver gaat het erom het verband te laten zien tussen economie en octrooirecht. Om dat de demonstreren schenkt de auteur aan het ontstaan van octrooiwetgeving in een aantal landen, aan de internationalisering van het octrooirecht en aan de permanente uitbreiding van de octrooieerbare materie. Teneinde de omvang van dit opstel niet al te zeer te laten uitdijen zal de auteur niet ingaan op de actuele vraag of de ontwikkelingslanden gebaat zijn met het huidige octrooisysteem. Het opstel wordt afgesloten met een aantal afsluitende opmerkingen.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900794

Rechten en plichten van Europese instellingen

de actieve legitimatie van het Europees Parlement en de openbaarheid van het Commissiebestuur

A.P. Koburg, A.P. Krijnen, K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 27 september 1988, ECLI:EU:C:1988:461, zaak 302/87 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Comitologie-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 22 mei 1990, ECLI:EU:C:1990:217, zaak C-70/88 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Tsjernobyl-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 13 juli 1990, ECLI:EU:C:1990:315, verzoek om rechtshulp van de rechter-commissaris van de arrondissementsrechtbank te Groningen, belast met het gerechtelijk vooronderzoek in een strafzaak, zaak C-2/88, Imm (J.J. Zwartveld e.a.),. Ook bekend als Zwartveld-beschikking. In deze noot bij een een drietal uitspraken van 27 september 1988, 22 mei 1990 en 13 juli 1990 komen de verschillende rechten en plichten van Europese instellingen aan de orde. Zo wordt de bevoegdheid van het Europees Parlement om een vordering tot nietigverklaring in te stellen besproken. Vervolgens komt de plicht van de Europese Commissie tot informatieverschaffing aan bod waarbij veel rechtsoverwegingen van het HvJ EG worden behandeld. Tenslotte wordt er een beschikking besproken die gaat over het verzoek om rechtshulp door een nationale rechterlijke autoriteit. Deze annotatie is als volgt opgezet. Eerst worden de algemene lijnen geschetst van de procedure die gevolgd werd in de Tsjemobyl-en comitologie-arresten (nr. 2) en in de Zwartveld-beschikking (nr. 3). Daarna wordt uitvoerig ingegaan op de actieve legitimatie van het Europees Parlement (nrs. 4-14). In dit deel van de annotatie worden ook enkele parallellen getrokken met de Zwartveld-beschikking. In de drie uitspraken komen immers goed vergelijkbare constitutionele vragen aan de orde. Vervolgens wordt nader ingegaan op de problemen van openbaarheid van bestuur die in de Zwartveld-beschikking worden besproken (nrs. 15-16). Ten slotte worden, geïnspireerd door drie uitspraken van het Hof, enkele kritische opmerkingen gemaakt over de plaats van het Hof van Justitie in het Europese integratieproces (nr. 17).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1990
AA19900974

Toont alle 3 resultaten