Toont alle 3 resultaten

(On)waarschijnlijke verhalen: strafrechtelijk bewijs, kansrekening en scenario’s

H. Jellema

Filosofen, psychologen en wiskundigen hebben de afgelopen decennia theorieën van rationeel strafrechtelijk bewijs ontwikkeld. De twee belangrijkste hiervan zijn de Bayesiaanse aanpak en verklaringsbenaderingen, zoals de scenariotheorie. Deze benaderingen worden vaak beschouwd als rivalen. Recent bepleitte ik echter in mijn proefschrift (Im)probable Stories dat beide perspectieven nodig zijn voor een goede theorie van rationeel bewijs en dat we, door de theorieën te combineren, verschillende vraagstukken rondom strafrechtelijk bewijs kunnen beantwoorden. Dit artikel bespreekt een aantal inzichten uit dit proefschrift.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2023
AA20230902

Geef mij de alternatieve feiten, dan geef ik u het recht

H.T.M. Kloosterhuis

Bij ‘alternatieve feiten’ staat de waarheid zelf ter discussie. Er wordt schande gesproken van het verwarren van feiten en meningen en er zijn pleidooien voor een hernieuwd respect voor de ‘echte feiten’ en het wetenschappelijk bewijs. Gaan we terug naar de tijden van de 'Wissenschaftliche Weltauffassung'? Harm Kloosterhuis denkt het niet.

Opinie | Column
april 2017
AA20170300

Vorming of uitholling van recht?

De normering van de strafrechtelijke bewijsbeslissing door de Hoge Raad

M.J. Dubelaar

Post thumbnail De Hoge Raad betracht van oudsher de nodige terughoudendheid bij het toetsen van de bewijsbeslissing, nu het antwoord op de bewijsvraag in de kern een feitelijke aangelegenheid betreft waarin de Hoge Raad als cassatierechter niet te veel wil treden. Wat betreft de invulling van het bewijsrecht (die paar regels die het juridisch kader vormen waarbinnen de bewijsbeslissing moet worden genomen), heeft de Hoge Raad zich altijd tamelijk formalistisch én coulant opgesteld, hetgeen erin heeft geresulteerd dat de wettelijke bewijsregeling is uitgehold en zich geen echte juridische bewijstheorie heeft ontwikkeld. In dit artikel wordt nader ingegaan op de rol van het recht bij de bewijsbeslissing en de opstelling van de Hoge Raad ter zake de normering van die beslissing. Betoogd wordt dat de Hoge Raad wel degelijk meer zou kunnen betekenen, maar dat vanzelfsprekend niet alle openliggende vragen op dit terrein in de cassatierechtspraak kunnen worden opgelost.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
juni 2015
AA20150528

Toont alle 3 resultaten