E. Mak
Een arrest van het Hof Den Haag van 2 maart 2000 heeft aanleiding gegeven tot heropening van de discussie
over het goederenrechtelijke karakter van telecomkabels, dat met name fiscaalrechtelijk van belang
is. In dit artikel wordt onderzocht of in de grond aangelegde telecomkabels moeten worden gekwalificeerd
als roerend dan wel als onroerend. Een analyse van de relevante artikelen uit het BW in
samenhang met artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet leidt tot de conclusie dat telecomkabels moeten
worden aangemerkt als onroerende zaken.
Verdieping | Studentartikel
januari 2002
AA20020006