Toont alle 4 resultaten

De invloed van politiek-economische voorkeuren op de besluitvorming van het Gerecht inzake EU-mededingingsrecht

W. Wijtvliet

Dit artikel bespreekt een nieuwe methode om politiek-economische voorkeuren van EU-rechters te meten, analyseert de invloed van deze voorkeuren op de rechtspraak van het Gerecht inzake EU mededingings- en staatssteunrecht en gaat kort in op een mogelijke normatieve implicatie van statistisch onderzoek naar rechterlijke besluitvorming.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2020
AA20200037

De rechtvaardiging van het successierecht

J.J.M. Jansen

Wie dagdroomt er soms niet van een grote erfenis van een onbekende oom? Welke leuke dingen zou je met dat buitenkansje allemaal wel niet kunnen doen? Als zo’n sprookje werkelijkheid wordt, kan het wreed worden verstoord als de erfgenaam geen rekening houdt met het te betalen successierecht. Want wie in Nederland iets krachtens erfrecht verkrijgt, is successierecht verschuldigd en als het tegenzit, kan het successierecht zelfs oplopen tot 68%. Waarom is zo’n heffing eigenlijk gerechtvaardigd? Die vraag is van alle tijden en eigenlijk weet niemand daar een goed antwoord op te geven.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2005
AA20050021

Schadevergoeding na het binnentreden van woningen: een reactie

M.E. Franke

In deze uitvoerige reactie op een eerdere annotatie over uitspraken van de Nationale Ombudsman ten aanzien van het binnentreden van woning, gaat de auteur in op de grondslag van de schadevergoedingsplicht en de relativiteit van de rechtvaardigingsgrond.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1991
AA19911027

Van den Berge-Verenigde Bootlieden BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 31 december 1993, nr. 15181, ECLI:NL:HR:1993:ZC1212, RvdW 1994, 22; NJ 1994, 436 m.nt. Maeijer (Van den Berge/Verenigde Bootlieden BV) Arrest van de Hoge Raad en de daarbij behorende noot waarin de gelijkheid van aandeelhouders centraal staat. Het betreft een bijzondere bv waarbij de werknemers tevens de aandeelhouders zijn. De Hoge Raad oordeelt dat er in casu geen sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel indien daar een redelijke en objectieve reden voor kan worden aangewezen. In de noot wordt op deze problematiek rondom de gelijkheid van aandeelhouders verder in gegaan. Ook komt de blokkeringsregeling aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1994
AA19940663

Toont alle 4 resultaten