rechterlijke onpartijdigheid

Toont alle 3 resultaten

De blinddoek van Vrouwe Justitia: rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid in het licht van de vereisten van artikel 6 EVRM

M. Kuijer

Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid spelen ook in de Nederlandse discussie een belangrijke rol. Is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een onpartijdig gerecht aangezien het zowel rechtspreekt als adviseert over wetsvoorstellen? Mag een advocaat optreden als rechter-plaatsvervanger, en zo ja, onder welke voorwaarden? Welke nevenfuncties mag een rechter hebben? Mag een politicus wel kritisch commentaar geven op rechterlijk handelen in een individuele (straf)-zaak? Bij de beantwoording van de vragen zal men veelal de Straatsburgse rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens moeten raadplegen. Dit proefschrift staat uitvoerig stil bij die Straatsburgse rechtspraak en de invloed van die Straatsburgse rechtsprak op de Nederlandse rechtsorde en praktijk.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2004
AA20040745

De januskop van de Raad van State

Enige bespiegelingen over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Raad van State naar aanleiding van wetsvoorstel 30585

V.V.R. van Bogaert

Post thumbnail In dit artikel wordt een wetsvoorstel van de regering besproken waarmee de regering beoogd om een sterkere scheiding aan te brengen tussen de twee hoofdtaken van de Raad van State, te weten bestuursrechtspraak en advisering bij wetgeving. Ondanks de wijzigingen is een gehele scheiding van de rechtspraak en de wetgevingsadvisering bij de Raad van State uitgesloten; dubbele benoemingen van staatsraden blijven mogelijk. In dit artikel wordt ingegaan op de problematiek rondom de dubbele benoemingen en het wetsvoorstel.

Verdieping | Studentartikel
april 2009
AA20090234

De rechter moet op zijn woorden passen

In hoeverre en op welke wijze mag de vrije meningsuiting van rechters beperkt worden?

P.P.T. Bovend'Eert

Post thumbnail

De rechter moet in het algemeen terughoudend zijn in publieke uitlatingen. Het vereiste van de rechterlijke onpartijdigheid en het vertrouwen in de rechtspraak vormen hiervoor de belangrijkste redenen. De beperking van de vrije meningsuiting van rechters kan aan de orde komen bij de uitoefening van diensttoezicht op rechters of in een wrakingsprocedure. De Hoge Raad oordeelde in 2014 een klacht over publieke uitlatingen van een rechterlijk ambtenaar ongegrond. De klachtbehandeling is echter in het algemeen geen geschikt middel om publieke uitlatingen te beoordelen van personen die een rechterlijke functie vervullen.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2015
AA20150366

Toont alle 3 resultaten