L. Hesselink
Juristen die argumenteren, doen vaak een beroep op gezag, ze grijpen naar personen en instanties van naam. De critici van de juristerij vinden dat niet zo best. Zij menen dat echte redeneringen en ware theorieën de plaats moeten innemen van die slaafse gezagsgetrouwheid. Maar wat is eigenlijk een gezagsargument en wat voor rol speelt het precies in het juridisch argumenteren? Moeten de rechtenstudies radicaal worden omgegooid? Op deze vragen past een duidelijk antwoord.
Perspectief | Perspectiefartikel
september 1993
AA19930629