J.H. Crijns
Elke rechtenstudent wordt tijdens zijn studie geconfronteerd met de gedachte dat het strafrecht moet worden beschouwd als ultimum remedium; alleen als (is gebleken dat) geen enkel ander middel geschikt is, dient te worden gekozen voor de inzet van het strafrecht. De in de toepassing van het strafrecht besloten liggende gedachte van subsidiariteit gaat in die zin reeds aan het gehele strafrecht vooraf. Het is echter geen geheim dat de ultimum remedium-gedachte het de laatste jaren moeilijk heeft.
Verdieping
januari 2012
AA20120011