R.A.J. van Gestel
Mede naar aanleiding van een Tilburgse promotie, waarbij het doctoraat in eerste aanleg werd geweigerd vanwege een beweerdelijk ondermaatse verdediging, wordt hier de rol van de openbare verdediging bij promoties onderzocht. De stelling die wordt verdedigd is dat die verdediging een ceremoniële rol vervult die niet mag leiden tot weigering van het doctoraat nadat de dissertatie door de promotiecommissie is goedgekeurd. Indien universiteiten daarin verandering willen brengen zullen niet alleen de beoordelingscriteria voor de verdediging moeten worden geëxpliciteerd, maar behoren er ook extra eisen aan promotiecommissies gesteld te worden.
Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2022
AA20220814