M.V. Polak
Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 11 oktober 2007, ECLI:EU:C:2007:595, zaak C-98/06 (Freeport/Arnoldson)
Artikel 6 aanhef en onder 1 EEX moet aldus worden uitgelegd dat het feit dat de tegen meerdere verweerders gerichte vorderingen een verschillende rechtsgrondslag hebben, niet aan toepassing van deze bepaling in de weg staat. Artikel 6 aanhef en onder 1 EEX vindt toepassing wanneer de tegen de verschillende verweerders gerichte vorderingen samenhangend zijn op het moment waarop zij worden ingesteld, dat wil zeggen wanneer een goede rechtsbedeling vraagt om gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te voorkomen dat bij afzonderlijke berechting onverenigbare beslissingen worden gegeven. Voor toepassing van deze bepaling hoeft niet bovendien vast te staan dat de vorderingen niet enkel zijn ingesteld om één van de verweerders te onttrekken aan de bevoegdheid van de rechter van de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2007
AA20070987