M.H. van der Woude
Hoe verstaan de huidige regeling omtrent de zogenaamde ontkenning van het vaderschap en de in het wetsvoorstel Herziening afstammingsrecht voorziene regeling van deze materie zich met het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht op eerbiediging van het 'gezinsleven'? Een beschikking van de Hoge Raad gewezen op 16 november 1990 vormt de aanleiding tot de hierna volgende korte beschouwing.
Verdieping | Verdiepend artikel
juni 1991
AA19910480