J.F.L. Roording
Meer dan incidenteel heeft de staatsrechtelijke literatuur zich met het fenomeen machtigingswetgeving niet beziggehouden. Toch is daar alle aanleiding toe, omdat het riekt naar een anti-democratische, autoritaire regeerstijl. Aan de hand van een bespreking van drie als zodanig bekend staande machtigingswetten wordt getracht enige duidelijkheid te scheppen over de aard van dit type wetgeving. Tot slot worden kort enige voorwaarden geschetst waaronder, naar mijn mening, machtigingswetgeving uit rechtsstatelijk oogpunt verantwoord, of zelfs aangewezen is.
Verdieping | Studentartikel
januari 1990
AA19900003