J.H.M. van Swaaij
Het Haags Verdrag betreffende het toepasselijke recht op de Vertegenwoordiging van 14 maart 1978 (Tractatenblad. 1987, 138) zal voor Nederland binnenkort in werking treden. De regeling van het Verdrag is toegesneden op de tripartite vertegenwoordigingsfiguur, waarbij de vertegenwoordiger, die optreedt voor een vertegenwoordigde, handelt met een derde. Voor de gevallen waarin ook de derde door een ander vertegenwoordigd wordt, blijkt de regeling een lacune te vertonen. Bovendien is niet geheel duidelijk of het Verdrag toepasselijk is op de verhouding middellijk vertegenwoordiger derde.
Verdieping | Studentartikel
juli 1991
AA19910530