Toont alle 3 resultaten
S. Dijkstra
Soms bestaat spanning tussen de communicatie vanuit de rechterlijke organisatie en de meningen die individuele rechters publiekelijk uiten. Uit de rechtspraak over de vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM) blijkt dat rechters het recht hebben om een mening te uiten die afwijkt van het ‘officiële geluid’ en, in rechtsstatelijke crises, soms zelfs een plicht. In minder extreme situaties zal de rechter er rekening mee moeten houden dat uitingen over onderwerpen die gerelateerd zijn aan de rechtsstaat al snel als politiek gekleurd worden beschouwd.
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2024AA20240218
R. Bekker
Hoever kunnen ambtenaren gaan bij hun externe optreden? Sinds begin jaren 70 bestaan daarvoor bij het rijk Aanwijzingen van de minister-president, sinds 1998 ook wel bekend als de Oekaze-Kok. Die gaan over hun vrije meningsuiting en over hun contacten met Kamerleden en journalisten. Voor die contacten hebben ze toestemming nodig. Gaandeweg is dat regime versoepeld, in december 2020 zijn nieuwe Aanwijzingen vastgesteld.
Opinie | Opiniërend artikelapril 2021AA20210346
Y.E.M. Cremers, M.M. Kappé, L.L. MacLean, M.D. Reijneveld, D.B. Sander, P.M. Sijtsma
In dit woord vooraf legt de redactiecommissie uit wat de lezer van deze nieuwe rubriek kan verwachten.
Rode draad | Recht & Geestjanuari 2021AA20210072