Toont alle 12 resultaten

Al te veel mensenrechten verduisteren de straten

Sobere kanttekeningen bij zestig jaar UVRM

W.J. Veraart

Post thumbnail In dit artikel wordt de erosie bij mensenrechten door het vele gebruik ervan op drie niveaus beschreven. Er wordt ingegaan op mensenrechten in politiek taalgebruik, oorlogssituaties en als middel om sociale ongelijkheid aan te pakken. In dit artikel wordt daarbij ook ingegaan op de oorspronkelijke betekenis van het UVRM.

Verdieping | Studentartikel
december 2008
AA20080878

De hbo-jurist en zijn maatschappelijke taken

E. van de Luytgaarden

De hbo-jurist komt er aan. Een afgestudeerde juridische bachelor die is opgeleid aan één van de hogescholen die ons land rijk is. Deze jurist wordt gezien als een nieuw fenomeen in het beroepenveld waar het recht een rol speelt. Een zogenaamde ‘nieuwe rechtspleger’. De vraag die de Utrechtse onderzoeksgroep ‘beroepsuitoefening juridische bachelors’ bezighoudt is: welke bagage moet de hbo-jurist hebben om een stevige positie in de arbeidsmarkt te verwerven? Of: welke maatschappelijke ontwikkelingen rechtvaardigen de komst van deze nieuwe beroepsgroep? Met andere woorden: wat zijn de maatschappelijke taken van de hbo-jurist? Ik behandel hier twee ontwikkelingen die licht kunnen laten schijnen op de maatschappelijke functie van de hbo-jurist: de juridisering en het gebrek aan geluksbeleving.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 2006
AA20060675

De positie van het slachtoffer in het systeem van strafproces-rechtelijke rechtsbetrekkingen

T.M. Schalken

In dit artikel behorende bij de rode draad 'Slachtoffers van delicten' staat centraal in hoeverre de positie van het slachtoffer te veel ondergeschoven is aan die van de verdachte in het strafproces. In het artikel wordt de volgende vraag gesteld en wordt getracht daar een antwoord op te vinden: hoe kan de processuele positie van het slachtoffer juridisch-theoretisch worden onderbouwd?

Overig | Rode draad | Slachtoffers van delicten
april 1989
AA19890238

Een kwestie van vertrouwen

J. Broekhuizen, A. van Veen

De redacteuren wijzen er in dit artikel op dat met de invoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst als bijzondere overeenkomst in boek 7 BW het gevaar ontstaat dat de verhouding arts-patiënt onnodig wordt gejuridiseerd zoals dit in de Verenigde Staten is gebeurd. Het kan volgens de redacteuren leiden tot onnodige aansprakelijkstellingen en conflicten.

Opinie | Redactioneel
maart 1994
AA19940135

Het evenredigheidsbeginsel als gedragsnorm voor het overheidsbestuur

H.E. Bröring

Post thumbnail In haar Harderwijk-uitspraak van 2 februari 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een nieuwe lijn voor het evenredigheidsbeginsel uitgezet. Hiermee is de terughoudende toetsing in het kader van artikel 3:4 lid 2 Awb verlaten. Deze bijdrage gaat over de betekenis van de koerswijziging voor het bestuursrechtelijke besluitvormingsrecht, waar het evenredigheidsbeginsel geen toetsingsnorm maar een gedragsnorm vormt.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2022
AA20220755

Inleiding

R. de Bock, M.M. Dolman, B. Emmerig, B. Oosting, C. Tiel, T.B. Trotman

Inleiding bij het bijzonder nummer 1990 'Rechtseconomie'. De verantwoordelijke redactieleden schetsen een ontwikkeling sinds de 19de eeuw waarin de normatieve rechtswetenschap en de positieve economische wetenschap steeds dichter tot elkaar komen en de grenzen zelfs vervagen. Kort wordt ingegaan op het ontstaan van de moderne rechtseconomie, de receptie ervan en het praktisch belang van de rechtseconomie. Tenslotte komt de opzet van het bijzondere nummer aan de orde. Het nummer is uitgesplitst in een algemeen en bijzonder deel. In dit laatste deel worden specifieke deelonderwerpen behandeld, namelijk de rechtseconomische invloed op de verschillende rechtsgebieden.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie | Opinie | Redactioneel
oktober 1990
AA19900607

maart 1998

Katern 66: Bestuurs(proces)recht

H.B. Winter

december 1998

Katern 69: Bestuurs(proces)recht

H.B. Winter

maart 1999

Katern 70: Bestuurs(proces)recht

H.B. Winter

Nomomorfologie: over het juridische voorland van de bedrijfsethiek

B. Jansen

Bedrijfsethiek is onderworpen aan juridisering. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het stijgende aantal ethische codes in het bedrijfsleven. Deze juridisering van bedrijfsethiek betekent dat juridische denkwijzen de ethische denkwijzen verdringen of zelfs vervangen. Het resultaat is een bedrijfsethiek die meer en meer op recht is gaan lijken. In zijn proefschrift onderzoekt Bart Jansen deze ‘juridisch gedachte bedrijfsethiek’ en houdt hij een pleidooi om aan dit juridische denken in de bedrijfsethiek te ontkomen door een beroep te doen op de kritische bestudering van het recht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2022
AA20220824

Op de grens van rechtsorde en rechtschaos

A.F.M. Brenninkmeijer

Hoezo rechtsorde? Rechtschaos, daar lijkt het in ons recht soms meer op! Wat is de relatie tussen ons recht en de chaostheorie? De toepassing van het recht is onvoorspelbaar, hoewel het recht wel vele maatschappelijke situaties bepaalt. Daarom ontstaat er afkeer van juristen en juristerij: weg met de juridisering. Hoe is de complexiteit van ons recht te verklaren? Wat zijn mogelijke oplossingen?

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht
juli 2005
AA20050533

Rotsvast vertrouwen aan het wankelen gebracht

F. Ahlers, R. Kindt

De wetgever voelt een welhaast reflexmatige behoefte bij gevoeld sociaal conflict de in het geding zijnde sociale norm tot juridische te verheffen. Dit leidt tot een veelheid aan regelgeving, die soms de werking mist waar de wetgever van uit lijkt te gaan. Een voorbeeld hiervan is de Wet dwangsom.

Opinie | Redactioneel
april 2013
AA20130265

Toont alle 12 resultaten