Toont alle 5 resultaten

De toepassing van de Wob in de zaak-Marianne Vaatstra

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 12 september 2001, ECLI:NL:RVS:2001:AD3774, nr. 200100410/1, AB 2002, 4 m.n. Zijlstra, JB 2001, 275 (Marianne Vaatstra) Wet openbaarheid van bestuur (Wob) geen bruikbaar kader voor de verstrekking van informatie over een opsporingsonderzoek aan familie van een slachtoffer; welk bestuursorgaan bevoegd: officier of minister? gedwongen mandaatverhouding? ontbreken van rechtsmiddelenvoorlichting: verschoonbaarheid te late indiening bezwaarschrift? opnieuw indienen verzoek?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2002
AA20020282

Informatieverstrekking door de overheid, op het grensvlak van het bestuursrecht en het civiele recht

N. van Triet

Post thumbnail De overheid geeft over tal van onderwerpen, via diverse kanalen en in verschillende vormen informatie. Die informatie kan achteraf onjuist blijken te zijn, welke onjuistheid in de bestuursrechtelijke kolom (via het vertrouwensbeginsel) dan wel in een civielrechtelijke procedure (via een schending van de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm) aan de orde moet worden gesteld. De door de rechters gehanteerde toetsingskaders verschillen deels op een onwenselijke manier van elkaar. Dit artikel doet daarom voorstellen om tot meer harmonie tussen het bestuursrecht en het civiele recht te komen.

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
april 2023
AA20230290

september 2000

Katern 76: Staatsrecht

L.F.M. Besselink, R. de Lange

Met open armen ontvangen door de strafrechtsketen

T. Kooijmans

Hoge Raad 22 september 2015, nr. 14/05583, ECLI:NL:HR:2015:2753, RvdW 2015/1038

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2016
AA20160201

Publiciteit over strafzaken: de rol van de gerechten

L. Noyon

Post thumbnail Gerechten verstrekken informatie aan de pers over aankomende strafzaken, zodat journalisten zich hierop kunnen voorbereiden. Deze informatieverstrekking geschiedt soms ruimhartig, door het verstrekken van niet-geanonimiseerde afschriften van dagvaardingen, en soms summier. Bij dergelijke informatieverstrekking dienen gerechten zich echter rekenschap te geven van het spanningsveld tussen effectieve openbaarheid van rechtspleging enerzijds en bescherming van de (privacy)rechten van hen die in een strafzaak worden betrokken anderzijds. In deze bijdrage wordt de huidige praktijk in dat licht bezien. Besloten wordt met enkele aanbevelingen voor verbetering.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2022
AA20220851

Toont alle 5 resultaten