Toont alle 4 resultaten

Interface Heuga

M.J.G.C. Raaijmakers

Hof Amsterdam 15 oktober 1992, ECLI:NL:GHAMS:1992:AC4363, nr. 24/92 OK, NJ 1993, 210 m.nt. Maeijer, (mrs. Vermeulen, Ten Kley en IJsselmuiden, Nabbe, Bunt), TVVS 1993, pp. 20/21 m.nt. M.G. Rood; zie ook R.A.A. Duk, SMA 1993, pp. 395-399 (Ondernemingsraad Heuga Nederland BV/Heuga Nederland BV en Interface Heuga BV) In dit arrest van het Hof Amsterdam is aan de orde in hoeverre de OR van een dochtervennootschap betrokken moet worden bij de beleids- en besluitvorming van de moeder van die dochter omdat de moeder in grote mate invloed kan uitoefenen op het functioneren van de dochter. Hier speelt dus de leer van de toerekening waarin de noot dieper op wordt ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1993
AA19930658

Jurisprudentie Media- en informatierecht 1976-2005

IVIR

Post thumbnail Speciaal voor het onderwijs geselecteerde uitspraken van 1976 tot 2005 op het gebied van het media- en informatierecht.

9789069165929 - 25-07-2006

Prestatieontlening II-Vrijheid van nieuwsgaring (NOS-KNVB)

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 23 oktober 1987, nr. 12916, ECLI:NL:HR:1987:AD0055, RvdW 1987, 191, Informatierecht AM11988/2 (NOS/KNVB) Uitspraak van de Hoge Raad op het snijvlak van het intellectuele eigendomsrecht, mediarecht en mededingingsrecht waarbij de Hoge Raad de volgende rechtsregels formuleert: Prestatieontlening in de mededinging is geen onrechtmatige daad. Vrijheid van nieuwsgaring omvat geen recht op informatie. In de noot wordt dieper op de prestatiebescherming in gegaan en wordt eerdere jurisprudentie en literatuur aangehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1988
AA19880461

Prestatieontlening III – Staat-Den Ouden

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 20 november 1987, nr. 13023, ECLI:NL:HR:1987:AD0056, RvdW1987, 219, Informatierecht AMI1988/2, 36 (Staat/Den Ouden). Ook bekend als Prestatieontlening III. Derde publicatie in een reeks annotaties waarin de prestatieontlening aan de orde komt. Wederom wordt geoordeeld dat de prestatieontlening geen onrechtmatige daad is in mededingingsrechtelijke zin. In de noot wordt hier wederom op in gegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1988
AA19880869

Toont alle 4 resultaten