huur

Toont alle 11 resultaten

De irrelevantie van de wil voor de vaststelling van bezit

E.F. Verheul

Post thumbnail In deze bijdrage keer ik mij tegen de opvatting dat het verschil tussen bezit en houderschap gelegen is in het feit dat een bezitter een (naar buiten blijkende) wil heeft om de zaak voor zichzelf te houden. In plaats daarvan is bepalend of sprake is van een rechtsverhouding, die meebrengt dat de houder niet voor zichzelf, maar voor een ander houdt.

Rode draad | Dissenting opinions
juni 2024
AA20240568

Direkt wonen: doet de praktijk wat de wet niet toestaat?

J.J. Dammingh

In hun bijdrage ‘Direkt wonen; dat kost geld!’ in de rubriek ‘Redactioneel’ in Ars Aequi van september jl. stellen H. Borgers en M. van de Hel dat woningzoekenden die via een tussenpersoon woonruimte te huur krijgen aangeboden, vaak ten onrechte een (te hoge) vergoeding aan die tussenpersoon moeten betalen. Deze stelling lijkt mij niet juist ten aanzien van de verhuur van onzelfstandige woonruimte. Zo zal de student die via een bemiddelingsbureau een kamer of etage vindt, doorgaans wél terecht courtage aan dat bureau verschuldigd zijn. In het navolgende ga ik nader in op enkele door Borgers en Van de Hel in hun bijdrage geponeerde stellingen.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1998
AA19980965

maart 2005

Katern 94: Huurrecht

F.T. Oldenhuis

Rechtsvraag (260) Huurrecht

Hennepkweek

Z.H. Duijnstee-van Imhoff

Rechtsvraag op het gebied van het huurrecht waarbij niet goed huurderschap als beëindiging van een huurovereenkomst aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1997
AA19970114

Toont alle 11 resultaten